Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/342

Deze pagina is proefgelezen

»Dat zou ik niet kunnen zeggen; ik weet alleen dat zij zich zelve bittere verwijten doet, en dat het uitgekomen is zooals ik zeide, reeds denzelfden dag."

»Reeds denzelfden dag nadat zij mijn pakket heeft ontvangen?"

»Zij heeft niets van u ontvangen, dat weet ik zeker."

»Dat is vreemd!"

»Neen! dat is niet vreemd, want alles is bij ons zóó in de war geraakt op dien noodlottigen vrijdag! maar… ik zie daar sherry staan, mag ik zoo vrij zijn?"

»Welzeker, kapitein! schenk u zelven maar in, en ga dan voort als ik u verzoeken mag."

»Nu dan, toen gij weg waart is zij flauw gevallen, en dat is haar leven lang nog nooit gebeurd! Ik schaamde mij haast over mijn cordaten majoor; maar zij had u zoo lief; zij heeft het mij later onder tranen bekend; en toen wij haar hadden bijgebracht en meenden dat zij wat uitrustte in hare kamer, is ze stillekens ontsnapt, naar de Pauwelsen geloopen, heeft haar Tancred laten voorkomen en is uitgereden! Uren ver, naar wij dachten; maar dat kwam toch anders uit."

»Zulke wijze van zich te hervatten lijkt op haar."

»Niet waar? zoo is ze; maar wij werden vreeselijk ongerust toen ze niet aan tafel verscheen; nu, wij hadden zelven ook geen eetlust, de generaal en ik! maar toen het begon te schemeren, en toen de jonge Pauwels kwam waarschuwen dat Tancred alleen thuis gekomen was, schuimbekkend en zonder zadel…"

»Een ongeluk!" viel ik in! »zeg eerst hoe zij er afgekomen is."

»Nogal zoo erg niet, Jonker! een verstuikte voet en schrikkelijk in de war toen wij haar vonden bij den grooten eik dicht bij ’t kasteel, waar zij naar toe gekropen was om op het mos uit te rusten."

»O! ik ken dien boom!" riep ik smartelijk; »ik voel zoo hoe het dáár geweest moet zijn."

»Heel slecht, zooals ik zeide; zij riep ons toe dat wij haar dáár moesten laten sterven, en dat wij het u moesten zeggen."

»Zij heeft mij nòg lief!" juichte ik.

»Wat dat betreft, jonker, dat’s maar al te waar, en dat is erg genoeg na alles wat er verder gebeurd is. Het bleek dat zij in een wilden galop voortgejaagd had tot dicht bij de stad; dat ze