Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/371

Deze pagina is proefgelezen

»Met de residentie als zoodanig heb ik gelukkig niets te maken. Wij begrijpen het noblesse oblige 't was geheel anders, en den hoveling te spelen ligt volstrekt niet in mijn programma."

»Ik herinner mij toch, of het gisteren gebeurd ware, hoe jaloersch ik van u was, dat gij op de hofpartijen gevraagd werdt! " »Ils sont passé ces jours de fête," neuriede Marius lachend. »Wat mij op mijn twintigste paste als mijns vaders zoon, voegt mij nu niet meer. Daar liggen al heel wat jaren tusschen. Gij waart destijds eigenlijk nog maar een knaap, die tersluiks zijn eerste sigaar rookte en die zich de schitterendste idealen schiep van dames in bal-toiletten, Nu zijt gij mee in de redactie van ons vinnigste oppositieblad, medewerker aan ik weet niet hoeveel tijdschriften en jaarboekjes; en ik, nu al over de drie kruisjes heen, ben mijn eigen weg gegaan, en heb wel wat anders te doen gehad dan mij in gala-kostuum te steken, Eerst zes jaar in Engeland, en daar de handen uit de mouw gestoken, dat verzeker ik je! Zie maar, ze zouden nu geen goed figuur meer maken in een fijnen glacéhandschoen."

»’t Is waar, ze zijn wat bruin geworden en wat ruw, maar toch de vorm! Ik. blijf altijd hechten aan mijn oud geloof omtrent eene fijne hand en eene goede afkomst."

»Mijnenthalve, behoud dat, wenn es Ihnen Freude macht, mits ge maar niet in de mijne die van een ledigganger onderstelt."

»Ik weet immers beter! Ik heb nog eens een brief van je gekregen uit mighty Albion. Ik stond verbaasd over alles wat gij daar te zien en te weten kwaamt. Maar te meer heeft het mij verwonderd, toen ik later hoorde, dat gij al die kennis, al die ervaring en geheel uw vroegeren ondernemingsgeest in een achterhoek waart gaan begraven."

»Begraven, vriendlief, is eene zeer onjuiste uitdrukking; met dat alles woekeren, het in toepassing brengen op de ruimst mogelijke schaal, ziedaar wat de waarheid is. En wat gij den achterhoek noemt, eilieve, kom maar eens kijken, gij zult verstomd staan, toejuichen en amende honorable doen voor uwe smadelijke benaming."

»Op uw getuigenis doe ik dit reeds nu, en van ganscher harte. Dus gaan de zaken goed?"

»Uitmuntend! Dat is de reden waarom ik herwaarts kom. Er is eene groote industrieele onderneming op til, en ik heb van