Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/375

Deze pagina is proefgelezen

»Mits dat talent, aangenomen dat ik het bezit, niet verloren ga in de zucht om het onbereikbare te vatten."

»Daar zijn wij waarachtig weer in ’t cirkeltje! En ik, die meende dat we een paar schreden gevorderd waren…"

»Ik ben vervelend, ik weet het zelf wei, maar c’est plusfort que moi. Er zijn oogenblikken, waarin ik alles wat ik aan geest en kennis bezit zou willen overdoen aan iemand, die mij het recept wist te geven om schielijk rijk te worden."

»Wel! dat recept zou ik kunnen voorschrijven en leveren, en zonder zulke woekerwinst als gij daar biedt. In vollen ernst, als er financieele zwarigheden zijn, ben ik dáár om ze uit den weg te ruimen. Ik heb u immers gezegd dat ik fortuin gemaakt heb; gij weet wel dat ik niet ben als mijn oom: ik gebruik graag het mijne, en liefst niet voor mij zelven alleen,"

»Dat wil ik wel van u gelooven, maar toch…"

»Toch maakt gij zwarigheid om aan te nemen?"

»Laat mij u eerst meedeelen waarom ik aarzel, dan zult gij mijn bezwaar geldig achten…"

»Daar ben ik nog niet zoo zeker van, maar toch… spreek op!"

»Zoo ik mijne oogenblikken van zwakheid heb, weet ik er toch tegen te strijden, en als het verstand dan zegeviert over het hart, zegt het mij op iederen toon, dat ik wel en wijs zou doen van Laura af te zien."

»Zoo, zijt ge dan nog niet zeker van hare liefde?"

»Wat zal ik zeggen? Tot de vraag, die met een beslist »ja" of »neen" moet beantwoord worden, is het nog niet gekomen, en de omstandigheid dat mijn vader haar voogd is geweest, en de vriendschappelijke gezindheid, die hare moeder mij steeds betoont, maken het mij mogelijk daar aan huis te komen sans que cela tire a conséquence, Wij hebben als kinderen met elkaar gespeeld, en ik sta nu tot haar in zekere broederlijke verhouding, die ons beiden de uiterlijke vrijheid laat, maar die toch aan inniger gevoelens niet behoeft te schaden. Ik heb mij zelf lang genoeg misleid op dit punt, en nu het voor mij volle licht is geworden, vrees ik meer dan ik wensch, dat het ook bij haar tot helder bewustzijn zal komen. Maar toch, zoo het mij niet aan alle menschenkennis faalt, zoo mijne opmerkingen niet geheel en al onjuist en bedriegelijk zijn, zoo Laura geene volleerde coquette is, zoomin als ik een ingebeelde fat ben, dan meen ik te mogen