Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/442

Deze pagina is proefgelezen

onwillens moest Albert haar dan weerzien, en zij zou die geraffineerde Marianne toonen wie zij was en wat zij nog op haar broeder vermocht…

»Maar, lieve kind!" viel de moeder in, »Gij moest naar kalmte trachten en u zelve niet opwinden door zulke voornemens, die toch, als het er toe kwam, onuitvoerbaar zouden blijken."

»Gij kent mij nog niet, moeder, als gij meent dat ik dit niet zou kunnen doen. Ik kan alles trotseeren, alles, als ik eene zoo bloedige grieve heb te wreken!"

»En al zoudt gij de vermetelheid hebben zoo iets te wagen, weet gij dan niet dat gij zelve daar een zot figuur zoudt maken; dat het den schijn zoude hebben alsof gij den eersten stap wil. det doen tot verzoening, tot toenadering?"

»Ik zou mij dien schijn getroosten; hij zou in mijne houding tegenover hem wel wat anders zien; en zoo mijne koelheid, mijne laatdunkendheid hem piqueerde, zoo hij zich verlokken liet om…… tot mij weer te komen, dan! dan, moeder, zou ik verkrijgen wat ik wenschte: eene schitterende voldoening! Het zou mij genoeg zijn, en met vastheid, met fierheid zou ik hem afwijzen!"

»Dat zou dan toch eene wraakoefening zijn, melieve, waarbij gij zelve het pijnlijkst zoudt getroffen worden. Als gij zoo spreekt, toont gij u vreemdelinge in uw eigen hart,"

»Neen! Want na alles wat daarin is omgegaan, zou ik dien man toch niet meer kunnen liefhebben. Ik haat hem, dat weet ik nu! Hij heeft zijne geheele carrière gebroken, hij gaat zich verschuilen in den Achterhoek om mij te ontvlieden. Meent gij dan dat ik, ik, zou kunnen besluiten hem daar te volgen, al gevoelde ik de vurigste liefde voor hem? Dat zou ik toch niet doen! De tweede te zijn na Marianne, te leven met dien ongemanierden ijzer-fabrikant — zoudt gij mij daartoe in staat achten?… "

»Neen, zeker, dat zou niet gaan. Maar, allerliefste, overspan u zelve nu maar niet met zulke voorstellingen, want…" mevrouw Trotsenburg zweeg plotseling.

Op hare eigenaardige plompe manier sloeg Mina, de meid, de deur open, en gaf een kaartje over.

»Een heer in een rijtuig met livrei-knechts, die eene visite had willen maken," sprak zij in volle verbazing over ’t événement.

»Waarom heb je hem afgewezen?" vroeg Laura knorrig, terwijl zij het kaartje bekeek.