Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/452

Deze pagina is proefgelezen

»Allereerst, dat hij zich wel wat heel veel gehaast heeft, want……"

»Want? — Gij zijt toch niet weer tot het vaandel van het liberalisme overgeloopen?" viel hij in, zijn best doende om onder scherts de pijnlijke gewaarwording te verbergen, die haar malicieus antwoord hem gaf.

»O, neen! Onder die banier weet ik heel goed dat ik niet pas. Maar dat belet immers niet, waarde baron, dat ik overigens vrij wil blijven om…… partij te kiezen!"

»Wel zeker, chère belle, ik zal u mijne keuze waarlijk niet opdringen; maar gij zult een oud vriend toch wel vergunnen u voor te lichten, eer gij afslaat wat u mogelijk eene schitterende toekoms t zou kunnen openen… Ik herhaal het, gij bezit bonsens, en gij zult zelve inzien dat het niet verstandig is om te verwerpen wat men niet kent."

»Dat is ook mijn voornemen niet," viel zij gulgauw in; »ik wilde alleen weten……"

»Welke voordeelen de partij in kwestie aanbiedt, niet waar!" hervatte hij met een glimlach. Welnu, sta mij toe u het pour en het contre te schetsen, en antwoord mij niet te overhaast, niet voor ik mijn pleidooi heb ten einde gebracht. Ik begrijp zeer goed wat u in mijne bemoeiing tegenstaat. Een jong meisje wil een liefdesroman als inleiding voor het huwelijk, en datgene wat ik voorstel is een mariage de raison. Van hare zijde althans zou het niet anders zijn te noemen, en ik geef toe dat Laura Trotsenburg, even in haar twintigste en gesierd met alle gaven van schoonheid en geest, niet in die condities is, waarvan men zeggen kan dat zij zich haasten moet met haar établissement. Maar toch, de tijd is niemands vriend, en de held van de jeugdige illusies kon wel eens lang, zeer lang op zich laten wachten eer hij verscheen, en dan nog mogelijk in de gestalte van een pauvre sire, die niets had te bieden dan — rozegeur en maneschijn… die na de lune de miel voor armelijk huisbakken brood zouden verwisseld moeten worden."

»Wees er zeker van, baron!" viel zij in met wat hoogheid, dat ik zoo’n huwelijk nooit zal doen."

»Ik geloof u, ma chère, ik ken u veel te goed! om eene dwaasheid van u te vreezen. Maar, wij leven in de eeuw van het materialisme en… en… zelfs Romeo zou in onzen tijd zijne