Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/76

Deze pagina is proefgelezen

te missen en in ’t moerassige slijk terecht te komen, zou ik opnieuw een gek figuur gemaakt hebben tegenover Francis, die zeker zonder eenige verschooning met mijn ongeval zou hebben gespot. Ik waagde veel, dat voelde ik, maar het moest gewaagd worden. Het devies van mijne voorzaten bleek profetie: de stoutheid was mij gelukt.

»Bravo! ferm gedaan!" riep Francis mij toe met hare volle altstem, die mij voor ’t eerst niet hard en tergend in de ooren klonk, en zij klapte in de handen met eene joligheid en schalkheid, die haar goed afging.

Nu op het bouwland geraakt, had ik maar weinig schreden meer te doen, en nog eene smalle droge greppel over te springen, en ik was bij haar!

Ik nam mijn hoed af, zij salueerde met haar rijzweep.

»Dat’s een kluchtig avontuur, mijnheer," sprak zij weer lachend. »Als gij er nu nog aan hecht op de Werve aan te landen, moet gij de hei over wandelen."

»Is het eene verre wandeling?"

»Neen; ’t is veel korter dan de rijtoer; maar sinds gij over de hei den weg niet kent, loopt gij gevaar weer te verdwalen!"

»Gij vergeet dat ik een recht heb, op uw gezelschap te rekenen bij die wandeling."

»Een recht! een recht! gij zijt wel als de anderen, om een recht te nemen uit een los woord dat mij ontvallen is."

»De freule Mordaunt had mij een onderhoud toegezegd; is het vreemd dat ik haar bij het woord houd, en de eerste gelegenheid de beste aangrijp?"

»Nu goed, maar ik ken zelve op zijn best het rechte pad over deze gronden. Ik had terug willen rijden, maar mijn paard heeft een ijzer verloren, en ik heb het gestald bij den boschbaas daar ginds;" zij wees naar een boerenhuis, dat wat in de laagte lag, en als verscholen tusschen dennenen sparrenhout; »die zal het naar den hoefsmid brengen in het dorp, en zoo doolde ik hier maar wat rond; bij ’t kasteel komen wij binnen ’t half uur als wij maar oplettend zijn en altijd door links houden, maar ik zou vooraf willen weten of gij daar werkelijk noodig hebt; de generaal is volstrekt niet gesteld op gasten, dat kan ik u verzekeren."

»Ik kom geene gastvrijheid vragen, Ik wilde hem alleen een bezoek brengen om zijne en uwe kennis te maken, daar ik mij