Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/78

Deze pagina is proefgelezen

»Als dàt waar is, zult gij welkom zijn op de Werve, ook bij exceptie, want in den regel laten wij er geen nieuwe gezichten meer toe."

»Dat is toch jammer. Mij dunkt, het kan toch uwe begeerte niet zijn, om in zoo volstrekte afzondering te leven."

»Juist de mijne!" viel zij in met zekere hoogheid. »Ik heb al genoeg ondervinding van de menschen, om heel weinig op hun omgang gesteld te zijn."

»Zoo jong nog en reeds zulk eene misanthropische opvatting van de wereld!" merkte ik aan.

»Ik ben zoo jong niet meer: ik ben zes en twintig jaar, neef, en daaronder zijn campagnejaren, zooals mijn grootvader zeggen zou, die voor het dubbele gelden. Gij kunt gerust met mij praten of ik eene vrouw van veertig ware. Ik heb er de levenservaring van."

»Ik zal mij wel wachten, u hier bij ’t woord te vatten; zoo iets zeggen de dames maar om tegengesproken te worden."

»De dames!" riep zij met onuitsprekelijke minachting. »Ik verzoek u zeer ernstig, neef, om mij niet te begrijpen onder dat soort van wezens, die in den regel door de heeren als »de dames" worden aangeduid."

»Onder welke rubriek moet ik u dan stellen, nicht? Waarheid is, dat ik op het eerste gezicht niet recht wist waar ik u voor houden moest."

»Het is waar," zei ze glimlachend »Voor iemand die mij niet kent, moet ik er nu wel wat vreemd uitzien… Maar zeg op, waar gij mij eigenlijk voor aanzaagt? Ik houd van oprechtheid; dat is ten minste wat mij van »de dames" onderscheidt."

»Welaan, ik zal oprecht zijn. (Het woord van Gremio: »He will kill her in her own humour" stond mij gestadig voor den geest). Ik hield u bij den eersten aanblik voor…" De courtoisie begon mij een part te spelen; het harde woord wilde er niet uit.

»Voor eene verschijning van den zwarten jager?" vroeg zij lachend.

»Eene verschijning? Zeker neen! Dat is te etherisch, Ik hield u voor eene treurige realiteit… Voor een boschwachter die kiespijn had."

Zij scheen een oogenblik getroffen en beet zich op de lippen; hare wangen gloeiden.