Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/146

Deze pagina is proefgelezen

— De Bastille zeker graaf! als gij dus voortgaat, sprak de baron, hem de hand op den schouder leggende. Anderen doen veel voor u, jonge man, voegde hij er hartelijk bij, doe gij iets voor uzelven en vergeet ten minste niet, dat de koning u heden wenscht te zien in de kaatsbaan.

De arme Feuquières had in waarheid geene keus gehad, dan tusschen een huwelijk met mevrouw De Pharsin en de Bastille, en de Bastille onder onteerende vermoedens. De baron De Pharsin gaf onopzettelijk de eerste aanleiding tot den ongelukkigen toestand van zijn pupil.

Toen de rouwtijd zijner kleindochter voorbij was, zag hij met leedwezen en zorg, hoezeer al hare gedachten en wenschen daarheen strekten, om de leefwijze vol ijdelheid en dwaasheid na te volgen, waarvan eenige groote dames het voorbeeld gaven, dat, helaas! niet door de minachting werd gestraft, die het gevaar van het voorbeeld had moeten afkeeren. Hij zag geen middel, om die noodlottige richting tegen te gaan, dan door haar op het schielijkst die vrijheid te ontnemen, waarop zij zoo hooge en zoo dwaze plannen bouwde. Maar hoe zou die jonge, luimige vrouw, fier op hare onafhankelijkheid, op hare jeugd, op hare schoonheid, er toe te brengen zijn, van de eerste afstand re doen, en af te zien van de ontwerpen, die zij op de beide laatste had gegrond. Het viel hem in, op hare verbeelding te werken, op haar hart.

Hij riep eene herinnering harer jeugd terug, toen de kleine graaf Anatole aan zijne hand, wees als hij was in zijne vroege kindsheid, haar bezocht in de spreekkamer van haar klooster en haar suikerwerk en kleine teekeningen toereikte door de traliën, die hen scheidden. Hij bouwde een halven roman op dien zwakken grondslag. En mevrouw De Pharsin begon ernstig te worden en zich te verbeelden dat zij, als heldin van eene liefdeshistorie, eene merkwaardige figuur zou worden in de hooge kringen. De grootvader had haar overtuigd, dat alleen wanhoop over