Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/15

Deze pagina is proefgelezen

gedrukt hebben. Ook het purper dat zij achter zich liet, zou hare schouders niet gedrukt hebben met een loodzwaar wicht, zij zoude het gedragen hebben aan de zijde van een der edelste vorsten van Europa, en ondersteund door zijne hand. Karel VIII van Frankrijk, Maximiliaan van Oostenrijk, de jonge veelbelovende Roomsch-koning, en Richard III van Engeland hadden de hare gevraagd. Alphonsus had haar de keuze gelaten. Zij had geen hunner gewild. Zij had de koude rust des kloosters verkoren boven de vroolijke werkzaamheid des maatschappelijken levens. En toch, zij was noch te zwak noch te traag voor de daden der werkelijkheid. Zelfs was hare hand, hoe klein ook, niet te onmachtig, om met kracht den schepter te zwaaien over de volkeren, noch haar moed te zwak, noch haar oordeel te stomp, noch haar oog te kortzichtig, om met eere eene plaats te bekleeden onder de vrouwen, die geschitterd hadden als regentessen des rijks. Maanden achtereen, terwijl de koning en de infant in de woelige oorlogen van Afrika Moor en Saraceen voor zich deden beven, had zij Portugal bestuurd met schrander beleid. En het oog der vorsten was op haar gericht geweest in die dagen, en er was niet een hunner, die zich haar niet ter gemalin wenschte; en de trouwe rekenschap die zij van haar beheer wist af te leggen aan haar vader, was hare grootste lofspraak geweest. Zij had hare taak volbracht, gemoedelijk en met ijver, maar zonder geestdrift en zonder vreugde, niet als eene fiere vorstendochter, die zich met blijdschap beweegt in den kring waar zij past; maar als eene koele huurlinge, die eerlijk haar dagwerk afdoet; en toen de koning vol bewondering, dankbaarheid en trots haar elke belooning toestond, die zij zoude eischen, had zij voor zich den bruidssluier der Kerk gevraagd, als het hoogste dat zij wenschte. Het zoude niet moeielijk zijn, deze vorstin eene jammervolle, hopelooze liefde toe te dichten, als geheime beweegreden dezer keuze, maar er is niet ééne bijzonderheid, die er voor pleit, en