weging van Lodewijk verhinderde haar dit; hij nam dien zelf. Hoewel hij reeds twee-en-zestig jaar bereikt had, was de gestalte des konings nog frisch en krachtig; en veel later eerst zoude hij de gebreken des ouderdoms te verbergen hebhen. Zijn fier en scherpzinnig gelaat droeg ook toen nog niet die trekken van verdriet en verveling, welke het later kenmerkten, toen hij geheel zijn bloeiend en talrijk kroost, van zonen af tot kleinzonen toe, om zich henen zag wegvallen, en alleen staande bleef, als zwakke grijsaard tegenover een vijfjarig kind! De groote rouwtijd, die met de Dauphine aanving en met den hertog van Bourgondië eindigde, was nog niet ingegaan; de hand des Heeren drukte nog niet zoo zwaar op de schouders van dezen trotschten aller vorsten, dat hij die voelde, en samenkromp van weedom, en toch lag er nu op zijne trekken eene tint van verdriet en ontevredenheid, die hunne gewone statelijke strengheid verhoogde. Hij bleef zijn rotting vasthouden met beide handen terwijl hij zat, en zweeg eene lange wijle; eindelijk zeide hij: — Vergiffenis, mevrouw, ik vroeg nog niet naar uw welstand. Ik heb mij geërgerd. Er zijn weer nieuwe dwaasheden voorgevallen met den jongen Feuquières; gisterenavond heeft hij hardnekkig geweigerd, zijn naam te teekenen onder het huwelijkscontract. De kolonel is wanhopig. Wij zijn gedwongen, zijne historie in de Palts te gelooven. Hij zou reeds gestraft zijn, maar hij blijft zoo ernstig volhouden, dat hij zich zou kunnen verdedigen, als men hem toestond, zekere vrouw te zien, die de schilder Mignard tot model gebruikt, dat wij hem niet willen veroordeelen, zonder te weten, in hoeverre dat voorgeven waar kan zijn. Men heeft om Mignard gezonden. Nu wordt er verteld, dat deze wel de zonderlingste grompot is, die ooit door zijn penseel zijne luimen goedmaakte, en dat het niet onmogelijk is, dat wij hier tegenstand ontmoeten zullen…
— Neen, Sire! aan het verlangen van uwe Majesteit kan ik voldoen, ik reken het mij tot een geluk u voor te komen.