Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/195

Deze pagina is proefgelezen

— Het is vreemd, dat de wenschen van een gemaal veronachtzaamd moeten worden om kleine rampen met een kleed, of de onhandigheid van dienstboden, hernam de hertog, met bitterheid in den toon.

— Het is nog vreemder, dat die gemaal zijne echtgenoote tot zich laat roepen, als ware zij zelve eene dienende, antwoordde zij zacht, maar ernstig; in oprechtheid gesproken, ik had gehoopt, dat uwe lordschap zich de moeite zou gegeven hebben mij af te halen. — Het is een voorrecht der vertegenwoordigers van ons huis, dat hunne gemalinnen, waren ze ook dochters van koninklijken bloede, tot hen komen bij feestelijke gelegenheden als deze. Daarom liet ik uwe ladyschap uitnoodigen zich bijmij te voegen, om gezamenlijk de mis te hooren, die gevierd wordt ter eere van hare intrede op Eastland-Castle!

— Mijnheer en hertog zij verwittigd, dat het te laat is geworden voor de mis, sprak nu Matthews; flat moet een slechten indruk maken op de nieuwe onderdanen, mylady! en het is zeker niet van eene goede voorbeduidenis!

— Dat voorrecht was mij onbekend, mylord! zeide Metella zonder op Matthews te letten, en zoo er meer dergelijke voorrechten bestaan bidde ik zeer daarvan verwittigd te mogen zijn; mag ik bij voorbeeld vragen, of het ook tot de gewoonten van uw huis behoort, dat een hofmeester het recht heeft zijne meesters in hunne ochtendgroete te storen?

— Storen, mylady! herhaalde Archibald, met een vuur, dat zijne oogen deed schitteren, en de wangen met een vluchtigen blos overtoog.

— Master Matthews verwijder u! Laat de kapelaan zijn Te Deum uitstellen, tot wij gereed zijn, tot aan de vesper, zoo het zijn moet. Dit bevel werd uitgesproken op een toon, zoo gebiedend, dat de hofmeester gevoelde, dat hij onverwijld gehoorzamen moest, ook liet hij de echtgenooten alleen, terwijl hij den page der lady met zich nam.