nu te beter op zijne hoede te zijn, daar die vrouw niet anders zijn kon, dan eene kwaadaardige vijandin. Wij hebben gezien, hoe de liefde tot de zijnen den ongelukkigen lord moed gaf, om, ondanks die waarschuwing, nog eene poging te wagen op het hart van zijn vader.
Toen de hertogin van Eastland, na hare geheimzinnige wandeling, weer terugkwam in hare vertrekken, zag zij op het gelaat der omringenden, behalve hunne gewone norschheid, eene zoo zichtbare verwarring en onrust, dat zij haar uitstap ontdekt waande. Maar daar zij zelve eene snelle ontknooping wenschte, vreesde zij eene uitbarsting niet. Den hertog, die terstond daarop bij haar binnentrad, ontving ze dus met al de kalme onverschilligheid, die zij machtig kon worden; na alles, wat ze van dien man wist, trilde haar toch het hart in den boezem, toen hij hare vrouwen heenzond, en zij zich met hem alleen zag.
— Zoo uwe ladyschap van avondwandelingen houdt, zal het goed zijn, voortaan een zekerder geleide te nemen, dan een kleinen page, sprak hij scherp, haar strak in de oogen ziende; — Metella was op iets dergelijks te goed gewapend, om hier te verbleeken.
— Een uitstapje in uw park verlokte mij tot een grooter tocht in het bosch, en toch het berouwde mij; wij dwaalden, en ik genoot niet veel.
— Jammer, dat geen ridderlijk nabuur de schoone avonturierster op zijn slot gastvrijheid heeft kunnen bieden. Maar ik zeg u. mevrouw! reken nooit op dergelijke tijdkortingen: East-land.Castle heeft mijlen ver geene naburen, dan de hutten zijner vasallen, en…, een klooster… ontviel hem, eer hij het wist.
Alzoo laat gij mij bespieden, hernam Metella; welnu! uw Matthews heeft zijn plicht gedaan; hij kent mij niet.
— Zoo er schuld in ligt bij u of verdienste bij mij, behoort zij aan Matthews niet, Hij is ingekerkerd sedert den ochtend.