Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/243

Deze pagina is proefgelezen

grondt, eenmaal minder hard voor mij zijn dan de menschen.

Die plotselinge overgang van scherts tot ernst, van lachles tot tranen, die mede tot het karakter der jonkvrouw behoorde, maar die door de anderen nog niet bij haar was opgemerkt geworden, roerde haar beiden en deed ze berusten in haar goed beleid, evenals in hare goede trouw, die altijd onverdacht was gebleven; zij waren het dus eens, om alles aan hare zorg over te laten, en gelukkig bijtijds, want het aangekondigde bezoek overviel haar nu. Het was de kapelaan, die binnentrad, zonder eenige inachtneming van den gewone eerbied. Michele volgde hem. Het viel de hertogin niet moeilijk de verontwaardiging te toonen die Nicoletta had voorgeschreven, zij gevoelde die werkelijk. Toen de abbate die drie vrouwen daar zag, rustig arbeidende aan een tapijtwerk, en bovenal toen de vorstin van Ferrara, die goedige, die nooit voor iemand onverdiend een hard woord had, opstond en hem aanzag met een diep minachtenden blik in dat anders zachte oog, toen eerst gevoelde hij, wat hij begonnen had met die rust te storen, en zich aan die hoogheid te vergrijpen. Ook was hij met zijne houding verlegen als een burgerjongen, die zich voor het eerst in de groote wereld verplaatst ziet. Zijn eerbied voor de hertogin en zijne galanterie voor Julia, streden blijkbaar met een opgelegden plicht; toch vergat hij niet met een bespiedend oog het gansche vertrek rond te zien, en diepe teleurstelling had gewis zijn gelaat geteekend, zoo een gezicht als het zijne ooit iets teekenen konde, en daarbij fluisterde hij Michele in: — Wij hebben ons bedrogen, zij zouden niet zoo rustig bijeen zijn, zoo hij hier bin­nen ware! en daarop begon hij verontschuldigingen te stamelen over zijne onbescheidenheid, die zoo armzalig bijeengebracht waren, en zoo verward opgesteld, dat zelfs Julia medelijden genoeg met hem kreeg, om hem iets toe te werpen, dat naar een glimlachje geleek; wij gelooven niet, dat dit juist geschikt was, om hem tot zich zelven te brengen. Michele hield zich beter, alleen had een fijn op-