Pagina:Bosboom-Toussaint - Negen Novellen, 1883.djvu/51

Deze pagina is proefgelezen

De tranen en snikken van mevrouw Hooft, die haar echtgenoot onder het spreken door handdrukken had zoeken te bedaren, beletteden haar eene wijle te antwoorden; maar eindelijk sprak zij meer bedaard: zoo ge waarlijk een stervende waart, zoudt gij zoo niet spreken, niet hier zitten, geen feest aanrichten. Maar waarlijk, dit zijn veege teekens, en ik bid u na dezen met meer ernst bedacht te zijn op den dood. Toen trad er eene dienstmaagd binnen, met een paar vragen omtrent keuken en kelder, En deze beslommeringen waren eene uitnemende afleiding voor de vrouwelijke droefheid van mevrouw Hooft.

Wel was het een vroeg etensuur te dier tijde; maar bij een somberen Decemberdag, somber en guur, zooals bij voorkeur Holland ze kent, bij eene donkere binnenzaal, was reeds, zoo vroeg, kaarslicht geene overtolligheid; ook flikkerden er zoovele waskaarsen als de gulden candelabres ter weerszijden van den spiegel maar dragen konden, en acht groote zilveren kandelaars droegen dergelijke wastoortsen, ter verspreiding van licht — neen, ter vermindering der duisterheid op de tafel in de onmelelijke groote zaal. Want de donkerroode grond van het goudleeren behangsel, de zware stof der purper moreeën gordijnen, de vorm zelfs en de wichtige pracht der meubelen, gaven aan dit vertrek iets zwaars, iets dofs, iets sombers, dat tegen onze hpnpnn:lallsche vroolijke, lichte, elegant gezellige kamers overstaat als eene damasten sleepsamaar onzer overgrootmoeders tot het gazen danskleedje onzer zestienjarige schoonen, Dat er een nieuw, een bijna onbetreden Smirnaasch tapijt den vloer dekte, is bij den toenmaligen handel op de Levant volstrekt onnoodig te vertellen; dat deuren en zoldering geschilderd, gebeeldhouwd en verguld waren, met zooveel zorg als men te dier tijde aan deuren en zolderingen besteedde, is eveneens overtollig te zeggen. Maar de tafel vooral was het, die van den rijkdom en deftigen stand des gastheers de blijken droeg, in keurig fijn damast, in zwaar en overvloedig zilver, en in zeldzaam porselein. Op de tafel was alles wat het seizoen