Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/152

Deze pagina is proefgelezen

de kamer waar niemand buiten u komt, waarin zelfs geen bediende zich ongeroepen waagt. Het uur der bijeenkomst nadert. Ik kwam u daarop voorbereiden.”

»Bedenk toch! … Eene bijeenkomst van mannen hier, in mijn vertrek, Sir! Gij hebt onzinnige invallen!”

»Niet waar? Die mannen zullen komen, zooals ik zelf gekoomen ben. Dat venster dáár moet open blijven. Het geldt hier hooge belangen; want het is een aanslag tegen de Kroon en tegen het Pausdom.”

»Om aller Heiligen wil! Gij opent nooit den mond zonder te ontzetten!”

»Ik wenschte, schoone gemalin! dat gij bij die vergadering tegenwoordig waart. Eensdeels om u te beletten ons te verraden, anderdeels voor u zelve. Het is waar, gij zijt eene vrouw; maar gij hebt invloed; gij kunt dien ten minste hebben als gij het goedvindt. Zoo gij onze ontwerpen bevorderen, er de gezworene deelgenoote van zijn wilt, zal onze overwinning ook voor u eene uitkomst zijn. Wij smeden het verderf der Koningin, het is waar, maar ook den val van het Pausdom. En zoo wij slagen, en ik heb redenen om te vertrouwen dat wij slagen zullen, zal ik u de middelen in de handen geven om onze echtverbintenis te vernietigen.”

»Is dit werkelijk uw voornemen? Bezweert gij mij de mogelijkheid daarvan?”

»Met meer zekerheid dan toen Hendrik VIII er Katharina mede dreigde. Bezin u op mijn voorstel, terwijl wij beraadslagen. ”

»En mijn broeder?”

»Courtenay? O! die valt zonder ons.”

»Om Gods wil…”

»Voor den priester valt hij, en door Elisabeth. Ook hem kunt gij redden. Zoo mijn toeleg gelukt, stoot ik Suffolk en zijn geslacht ter zijde; Elisabeth alleen is de troon waardig. Uw broeder is haar minnaar.”

»Haar minnaar! ik wist niet dat gij schertsen kondet.”

»Ook spreek ik in vollen ernst. Courtenay bedriegt de Koningin, die tot hiertoe blind is voor alles. Wee hem, zoo hare oogen geopend worden, en ze zullen het, daarvoor heeft de