Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/214

Deze pagina is proefgelezen

van wist te bedienen, en voor wie deze bewijzen van hartstochtelijke verkleefdheid bijna een waarborg waren voor hare toekomstige grootheid, zoo zij slechts de stormen, die haar nu bedreigden, gelukkig doorstond en met voorzichtigheid de kiel die hare fortuin droeg, in dit noodweêr voor volslagen schip breuk wist te behoeden. De omstandigheid dat eene aanzienlijke partij in het midden der hoofdstad zich openlijk voor de Prinses had verklaard, schijnt Maria is eerste gewelddadige oog merken gematigd te hebben. Het was niet te wagen, Elisabeth eenige onwaardige behandeling aan te doen, nu de aandacht des volks geheel op haar gericht was; ook vergenoegde men zich met haar eenige vertrekken in Whitehall aan te wijzen en hare vrijheid streng te beperken, terwijl men voorgaf dat Donnington-Castle, werwaarts zij zich begeven wilde, niet veilig was tegen de oproerige bewegingen, die reeds in het Kentsche waren uitgebarsten. Te vergeefs echter was hare bede om bij de Koningin te worden toegelaten. Men antwoordde haar dat zij zich eerst moest zuiveren van de zware verdenking die op haar rustte, zonderdat zij recht wist waarin die verdenking bestond. Niet zeer lang bleef zij in die onzekerheid. Er werd in der haast eene rechtbank samengesteld van twintig rechters, die hare zaak zouden onderzoeken. Gardiner was er de voorzitter van. Zij vervoegden zich bij Elisabeth in haar vertrek, en legden haar eene beschuldiging voor, van deelneming in de samenzwering van Wyatt, Carrew en Suffolk. Geen woord daarin van Courtenay, geen schijn zelfs dat men kennis droeg van eenige verbintenis tusschen hen beiden De Kanselier had geoordeeld dat zij zich veel eerder eene bekentenis zoude laten ontlokken, indien de geliefde er niet in betrokken was. Ook wilde hij al zijne wapenen tegen haar niet op eenmaal gebruiken. Met eene standvastigheid, die zich niet liet ontmoedigen door de bedreigingen der rechters, noch verschalken door de strikvragen van Gardiner, ontkende zij elke deelneming aan ontwerpen, waar van zij in sterke bewoordingen haar afkeer te kennen gaf. Zij ging zelfs te verwant zij verklaarde volstrekt geen kennis te dragen van het bestaan eener zoodanige samenzwering, en toen zij daarbij voor den doorborenden blik des Kanseliers, die van het tegendeelovertuigd was, de oogen nedersloeg, maakte deze