Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/301

Deze pagina is proefgelezen

»Liever eerst van Espaleto; vertel mij, wat hij u schrijft: maar het is daarom niet noodig, dat wij dorst lijden. Het is vreemd, dat Groves niet terugkeert.”

»Hij zal niet ongeroepen komen; Bertucci was in mijn geheim, en hij heeft nu reeds uwen bediende ingelicht.”

»Gijlieden zijt verfoeilijke samenzweerders; wilt gij schellen?”

Toen Groves binnenkwam, was het met een strak en deftig gelaat, dat zwijgend uitsprak, hoe weinig hij met den zonderlingen inval van den geneesheer ingenomen was. Hij begreep niet, hoe men zich eene scherts konde veroorloven jegens iemand, die Pair van Engeland was en Lord Glenhouse Villiers heette, al ware het dan ook als een geneesmiddel. Hem werd de zorg voor het souper opgedragen, en het duurde niet lang, of de beide mannen, die in het eerst zoo belachelijk vreemd tegen elkander overstonden, trachtten, onder het genot van het beste, dat eene Anglo-Italiaansche keuken konde opleveren, eene kennismaking voort te zetten, die belangwekkend begon te worden voor beiden.

Wij kunnen ondertusschen het portret van den dokter leveren, zooals hij dáár zat, het sprekende tegenbeeld van zijnen ziels — zieken lijder.

Als lichtbruin krullend haar, groote donkerblauwe oogen, vol oprechtheid en schranderheid; een voorhoofd, glad en effen alsof nooit eene gedachte het gerimpeld had; trekken, waarop iets lag, dat men lachenden ernst konde noemen; eene gelaatskleur zoo frisch en blozend, als ware hij een gezonde landman geweest: als dit alles, doormengeld met iets vrijmoedigs en opens, en veredeld door een fijnen, geestigen glimlach, aan het gelaat van een jong mensch schoonheid kan bijzetten, dan had onze dokter het onberekenbaar groote voorrecht van schoonte zijn. Want de schoonheid is een voorrecht! En hare voordeelen zijn onberekenbaar. Zij is in de hand van den handige en slimme een wapen, dat voor hem strijdt; een diamant, wiens waarde zich niet bepalen laat; een munt, welke overal gangbaar is een wapen, dat hem, die het voert, de eene helft de menschen in handen levert en door de eene helft de andere; een licht vervoerbare schat, die niet gestolen kan worden, en die