Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/307

Deze pagina is proefgelezen

van Parijs. Aardigheden, die zij elkander toewierpen, en heenen wederkaatsten, en die zich kruisten, en waarbij vonken van wezenlijk genie, onder zooveel los kruid van valsch vernuft, eene goede werking deden. Hoe komt dat?”

»Uw hart nam deel in ons gesprek, Mylord!”

»Komt gij morgen terug, en vroeg?”

»Zeker! maar onder deze ééne voorwaarde: stipte opvolging van al mijne voorschriften.”

»Het is mij volkomen hetzelfde, hoe ik leef. Ik beloof het.”

»Ja, maar ik zal u dikwijls moeten tegenstreven.”

»Beter verlang ik niet; ik heb acht en twintig jaren geen anderen regel gevolgd, dan mijne eigene luim.”

»Nu dan, tot morgen!”; en zij drukten elkander met hartelijkheid de hand.