Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/325

Deze pagina is proefgelezen

» »Wier grillen schitterend zijn, en aanbiddelijk schoon, als eene uitbarsting van onzen Vulkaan bij een helderen nacht.”

» »Schaam u! Horatia niet te kennen!”

» »Maar! gij kent haar dan allen?” vroeg ik.

» »Wij aan bidden haar, helaas! door de jaloeziën heen; wij brengen haar onze hulde in de Opera, op den corso en in de converzatione: maar, ziedaar alles! Zij is sedert eenigen tijd ongenaakbaar.”

» »Ongenaakbaar!” lachte ik ongeloovig.

» »Zeidet gij niet, dat zij eene vrouw was?” vroeg Rigotier.

» »Neen, in waarheid! sedert zij aan den Prins Palcetti behoort, is zij streng geworden, sluit zich op, is preutsch tegen hare vorige vrienden, en ziet niet anders, dan eerwaardige mannen en deugdzame vrouwen.”

» »Uwe Horatia is dus eene huichelaarster?”

» »Zij geeft zich die moeite niet; zij vertoont zich niet anders dan zij is! Maar deze ergerlijke deugd is nu éénmaal eene luim, zooals het er vroeger eene was, om gemaskerd onder de danseressen van het ballet mede te dansen. En eene luim van de Signora Horatia is, zoolang zij duurt, rotsvast.”

» »Eene poging om haar te overreden, zoude ongerijmdheid zijn.”

» »ene ongerijmdheid?” riep ik; »dat is juist mijne zaak. Ik neem op mij, Horatia onder u terug te brengen.”

» »Onmogelijk, gij! Gij hebt immers de kunst met vrouwen om te gaan willens verleerd.”

» »Of nooit gekend?” voegde een ander er bij.

» »Bedenk toch, dat Sorelli zelf niet geslaagd is!”

» »Eene reden voor mij, om het te beproeven..” Ik weet niet, welke booze geest mij dit besluit ingaf; maar ik weet wel, dat, toen ik het luide had uitgesproken, en vooral, toen die anderen het betwistten en onuitvoerlijk noemden, het bij mij een onherroepelijk besluit werd. Ik gevoelde op ééns, dat ik eene vervulling voor mijnen tijd zoude hebben, eene bezigheid, waarin ik belangstellen kon; iets, waarbij mijne ijdelheid geprikkeld konde worden of gewond.”

» »Maar breng mij een weinig op de hoogte van het terrein?” ging ik voort. »Hoe leeft zij? wie is zij eigenlijk?”