Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/334

Deze pagina is proefgelezen

ondanks al de brandende jaloezie, welke hem verteerde, en waarmede hij haar martelde, was de Graaf nog meer ijdel op de bewonderde Marchesa, dan gelukkig in de liefde van de schoone vrouw. Horatia was zijne trofée, zijn zegeteeken, het ridderlint zijner ijdelheid, waarmede hij zich de borst versierde, dat de aandacht der menigte tot zich moest trekken, opdat zij zeggen zoude: »o! zie den rijken bezitter van zulk een juweel!” Daarom ontrustte hem ieder plooitje van haar voorhoofd, ieder vlekje gaf hem te sidderen, iedere bleekheid deed hem verbleeken. Zijne zelfzucht maakte hem tot den dwingeland van de vrouw, die hij aanbad. Hij zoude er hare gezondheid aan gewaagd hebben, om haar te doen schitteren; en toch zoyde hij haar leven gekocht hebben met het zijne. En zijn angst voor het behoud van dat sieraad, waarop hij in haar zoo trotsch was, had eenigen grond. De Marchesa Horatia was niet meer jong. Niemand kende haren rechten ouderdom, of wist dien met zekerheid te bepalen; maar het was eene waarheid, dat zij op den hoogsten bloei harer schoonheid had gestaan, en dat iedere schrede verder een teruggang, een afnemen moest zijn: vandaar zijne kommerlijke zorg, om door kunst te verschuiven, wat zijn verstand hem zeide, dat komen moest. Daarenboven, Mancini was nog zeer jong. Hij trad voor het eerst de wereld in, toen de Marchesa te Napels in vollen bloei was; hij had de gunst afgebedeld om door haar te worden ingeleid. Zij nam den leerling aan. De leerling werd een minnaar. En toen zij zich later gedwongen zag hem tot haar geleide naar Turin te nemen, werd de minnaar een meester, en een lastige meester; want hij zag in, dat de slavin zoude moeten aftreden van het tooneel, waarop zij hem gevoerd had, zoo zij er niet meer bevelen konde, en hij aanbad haar nog te veel, om haar te kunnen verlaten en met haar aftreden… op zijn twintigste jaar? Hij wist, dat zijn moed te zwak zoude zijn voor het offer, en hij trachtte de catastrophe, waartegen hij huiverde, te verwijderen, met al de inspanning zijner ziel en met al de macht van zijnen wil. Vandaar, dat hij al zijne scherpzinnigheid en al zijn bordeel toewijdde aan de beuzelachtige détails van eene vrouwen-kaptafel, welke voor hem het tooneel was, waarop zijn to be, or not to be werd voorbereid.