Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/345

Deze pagina is proefgelezen

nam ik, en verwijderde mij met eene koele buiging. Ik was tevreden over mij zelven; ik wist, dat mijne snijdende onvriendelijkheid indruk moest gemaakt hebben.

»Des anderen daags was ik weer op die wandelplaats, waar ik wist haar te zullen vinden. Rigotier had hare vrouwen omgekocht. Zij gaven mij van ieder harer plannen kennis. Mijn tergend verschijnen met Roscane was meer dan Horatia verwacht had, Zij kleurde van ergernis, en wendde het hoofd af, toen ik haar groette. In den loop van dien dag kreeg ik eene uitdaging van den Principe; de zwakke grijsaard wilde zijn leven wagen tegen den onbeschaamcden jongeling. Zijn sterke hartstocht trof mij; ook besloot ik vast, zijn leven te sparen, hoewel ik de uitdaging aannam; ik was gelukkig door al de gewaarwordingen, die ik ondervond; ik leefde voor het eerst.

»Den avond vóór het tweegevecht zat ik alleen en genoot in stilte al het voordeel van mijn toestand. Horatia moest aan mij denken, moest met siddering aan mij denken, en mijne edelmoedigheid moest haar verbazen, moest eene uitwerking doen, waarvan ik mij veel beloofde.

»Men kwam mij zeggen, dat iemand mij wenschte te spreken. Ik dacht aan den secondant van Palcetti, en liet den man binnenkomen. Het was een gemaskerde cavalier, diep in een mantel gewikkeld; hij liep schielijk naar het tegenovergestelde einde van het vertrek, en zeide op diepen, vasten toon: »Jongman! eer gij de laagheid begaat, om met een grijsaard te vechten, moet gij een schot wagen tegen mij.”

»Er was iets in den toon van die stem, dat mij trof; ik raadde iets.

» »Tot uw dienst, schoon Masker!” zeide ik; »wanneer en waar de plaats?”

» »Zonder uitstel, de plaats hier!” sprak hij, eene pistool voor den dag halende.

» »Ik heb geen vuurwapen gereed, en gij wilt zeker geen moord,” antwoordde ik, naar hem toe gaande.

» »Dit hier!” riep hij, en gaf mij eene tweede pistool.

» »Aan u dan het eerste schot,” zeide ik, en plaatste mij op weinige schreden afstands. Ik had moeite, om een glimlach te verbergen, daar ik zag, hoe haar arm beefde en hoe onhandig