Pagina:Boutens, Vergeten liedjes (1910).pdf/18

Deze pagina is proefgelezen


De zang verstomde, de muziek
Smoorde in een klagelijken snik;
De stilte zwoelde tot paniek.

Geen rees of roerde of fluisterde er.
De lampen gloorden duisterder.
Gij werdt als onbereikbaar ver.

Ik zag het gouden mededoogen,
Den glans van uw verheerlijkte oogen
Over haar duistren lach gebogen.

Als wie een aalmoes niet begeert,
Die onwelkome weldaad weert,
Zag ik haar oog naar u gekeerd.

Ik zag uw hand aan haar geleid
Zooals men troost een mensch die schreit,
Zooals men sust een kind dat lijdt...