Pagina:Boutens, Vergeten liedjes (1910).pdf/31

Deze pagina is proefgelezen

NACHT


Vind ik un eindlijk, broeder Nacht?
Hoe heb ik dag en nacht gesmacht
Naar 't water uwer oogen.
Wel viel de dauw der donkerheid,
Maar neevlen dicht en kimmewijd
Hielden uw blik betogen.

Nu aan den open hemel staat
De vaste rust van uw gelaat
Zoo sterrestil gerezen —
Tot grauwe dag de vooglen wekt
En met zijn floers uw glans betrekt,
Zullen wij samen wezen.