Deze pagina is proefgelezen
In uwen zilvren spiegel zag
Ziel vaak den jongen blanken lach
Van ongestild verlangen
Naar wat de dag niet geven kon —
Uw sterren en uw bleek zon
Koelden haar heete wangen.
Nog altijd draagt zij geen sieraad
Dat in uw ademtocht beslaat:
Zij komt u ongetogen
Zoo naakt als toen zij alles dierf,
En de éene schat dien zij verwierf,
Zijn haar verheerlijkte oogen.
Dat in uw ademtocht beslaat:
Zij komt u ongetogen
Zoo naakt als toen zij alles dierf,
En de éene schat dien zij verwierf,
Zijn haar verheerlijkte oogen.
Mijn broeder die mij nooit bedroog,
Wij zien elkander oog in oog —
De ziel herkent van verre,
Voorgoed in haar bezit gerust,
Gelukkig en gelukbewust,
Haar oogen in uw sterren!
Wij zien elkander oog in oog —
De ziel herkent van verre,
Voorgoed in haar bezit gerust,
Gelukkig en gelukbewust,
Haar oogen in uw sterren!