Pagina:Boutens, Vergeten liedjes (1910).pdf/39

Deze pagina is proefgelezen

BEZIT


Wanneer zijt gij meest van mij?
Als de gangen mijner ooren
Uwer voeten zuivere echo hooren
Naderen door stiltes diepe weî,
Als uw stralend aanschijn daagt,
Als door uwer oogen glans gevangen
In ontroerings mist verlangen
Als een zoete rook vervaagt,
Totdat aarde en hemel wijken
En der uren lichte vooglen strijken
Zonder wiekslag ons voorbij —
Zijt gij dan het meest van mij?

Wanneer zijt gij meest van mij?
Als ik waak alleen bij nacht
En ik neem der sterren pracht
Neder uit haar glijdend tij