Pagina:Boutens, Vergeten liedjes (1910).pdf/50

Deze pagina is proefgelezen

VÓÓR HET ONTWAKEN


Door de wijding van den morgen
Kom ik waar gij roerloos ligt,
Witte roos nog nachtedicht,
In den diepen stroom geborgen
Achter ooggedekt gezicht.

Met het klaren van de kleuren
Aan der heemlen ijlen toog,
Over aardes wijden boog
Beid ik dat uw wimpren beuren
Boven de' afgrond van uw oog.

Dan zal ik u lang verhalen
Van de bleeke maanflambouw,
Van het huivrend morgengrauw,
Van der sterren laatste stralen,
Van de bloemen in den dauw.