Pagina:Boutens, Vergeten liedjes (1910).pdf/83

Deze pagina is proefgelezen

AVOND IN ’T DUIN


Uit de glansgevloerde plassen
Rijzen goudge wolkewallen
Op in glooiende terrassen
Naar der heemlen open hallen.

Boven staat de lucht bezonken
Tot een meer van lichtblauw donker,
Even hier en ginds doorblonken
Van het ijlste stergeflonker.

Achter ons langs Oosterkimmen
Over duistre menschenlanden
Gaan de strakke banen glimmen
Waar de steden lampen branden.