162
op zijn opvolger. den heer A. Salm G.Bzn., maar deze, zoowel als de overige Bestuursleden, brachten hem van dit voornemen terug. De heer Muysken blijft dus, nu als Eerelid der Maatschappij, haar in de Commissie vertegenwoordigen. De Voorzitter der Maatschappij, de heer A. Salm G.Bzn., werd door de Société Centrale d'Architecture de Belgique te Brussel uitgenoodigd het Eerelidmaatschap te aanvaarden van het Comité van het Internationaal Congres voor Architecten, en nam deze benoeming aan. In 't laatst van Augustus 1897 werd dit Congres op schitterende wijze te Brussel gehouden, ter viering van het 25-jarig bestaan der Société Centrale; het werd bijgewoond door de Bestuursleden de heeren: A. Salm G.Bzn., Voorzitter. Ed. Cuypers, Vice-Voorzitter, A. C. Bleys en J. Verheul Dzn., door den Secretaris der Maatschappij, en door eenige andere Neder- landsche architecten.
Na afloop van het Congres werd de heer A. Salm G.Bzn. door de Société Centrale tot haar Eerelid benoemd. Aan het Congres was eene retrospectieve tentoonstelling ver- bonden van afbeeldingen van bouwwerken uit de tweede helft dezer eeuw. Gezamenlijk met het Genootschap Architectura et Amicitia werd eene collectie reproductiën van bouwwerken van Nederlandsche architecten daarheen gezonden. Ook in de afdeeling Nijverheid van de Wereldtentoonstelling te Brussel in 1897 was de Maatschappij, dank zij de goede zorgen van den architect dier afdeeling, den heer Ed. Cuypers, waardig vertegenwoordigd in de kleine maar reine inzending van de Nederlandsche architecten.
Door den Voorzitter der Maatschappij werd eene uitnoodiging ontvangen van den Raad van Bestuur van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, tot bijwoning van een feestmaaltijd op den dag der herdenking van het 50-jarig bestaan van het Instituut. Door zijne aanwezigheid op het Congres te Brussel was de Voorzitter echter verhinderd gevolg te geven aan deze uitnoodiging. Uit Brussel werd echter door het Bestuur der Maatschappij een brief met gelukwenschen aan het Instituut gezonden, en tijdens den ge- noemden feestmaaltijd nog een telegram van hulde. Het Bestuurslid de heer M. A. C. Hartman heeft het Bestuur officieel vertegen- woordigd op de receptie bij gelegenheid van die feestviering door den Raad van Bestuur gehouden.
Het Bestuur der Maatschappij noodigde dat van het Genootschap Architectura et Amicitia uit. om gezamenlijk eene Commissie te benoemen. ten einde eene goede inzending te verkrijgen voor de afdeeling Bouwkunst op de Wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Deze Commissie is tot stand gekomen en bestaat uit de heeren: A. Salm G.Bzn., Voorzitter, Ed. Cuypers, Vice- Voorzitter en A. C. Bleijs, Bestuurslid van de Maatschappij. Het Genootschap Architectura et Amicitia is in deze Commissie vertegenwoordigd door zijne Bestuursleden de heeren Jos. Th. J. Cuypers, Voorzitter, W. van Boven, Vice-Voorzitter, en den heer C. W. Nijhoff. Als zevende commissie-lid, tevens Secretaris, werd gekozen de heer C. T. J. Louis Rieber. Voorzitter der Commissie is de heer A. Salm G.Bzn.
Gebouw. Zooals uit de rekening en verantwoording der Commissie van Financiën kan blijken, is de exploitatie van het gebouw in 1897 gunstiger geweest dan in het daaraan voorafgaande jaar. Het Bestuur tracht voortdurend verbeteringen aan de brengen. Daarom nam het o. a. het besluit om, na goedkeuring van de Commissie voor de geldleening, de beide tweelichtramen in de expositie- lokalen te veranderen in twee groote ramen geschikt voor het tijdelijk etaleeren van inzendingen, een middel tot reclame, dat zeer zeker ten genoege van de exposanten en de leden zal zijn. Gedurende het afgeloopen jaar werden van een onbekend ge- bleven lid der Maatschappij drie aandeelen ten geschenke ont- vangen in de geldleening der Maatschappij: een ander lid, wiens naam op verzoek niet mag genoemd worden, stond één aandeel af. In de bibliotheek der Maatschappij is sinds 1897 gevestigd het ,,Technisch Leesmuseum", dat daar voor hare leden een eigen bibliotheek vormt en een aantal tijdschriften ter lezing verstrekt. Be- halve eene vaste huur, betaalt deze inrichting aan de Maatschappij een zeker bedrag der contributie van elk lid van dit Leesmuseum, terwijl de gewone leden der Maatschappij het recht hebben lid te worden tegen f 6, zijnde de helft der gewone contributie. Bibliotheek. De biblioteek werd wederom verrijkt met een aantal boek en plaatwerken, voornamelijk door schenking verkregen. Een groot gedeelte daarvan is ontvangen naar aanleiding van aangeknoopte connecties op het te Brussel gehouden Internatio- naal Congres van Architecten.
Tentoonstellingen. De verwachting in het vorige verslag uitge- sproken, werd niet beschaamd, daar de uitkomsten der Permanente Tentoonstelling van Bouwartikelen in het afgeloopen jaar gunstiger waren dan in het daaraan voorafgaande; het is bovendien te verwachten, dat dit zoo zal blijven.
Herhaaldelijk werden weder speciale tentoonstellingen gehouden in de vergaderzaal, waaronder er waren die door een overgroot aantal personen werden bezocht, zooals die van de ingekomen antwoorden op de prijsvragen, uitgeschreven door de Commissie van Ver- eenigde Kunstenaars te Amsterdam, daarin gesteund door het Centrale Comité uit de Hoofdcommissie van ingezetenen voor de feestelijke ontvangst van H. M. de Koningin binnen Amsterdam in 1898, en tot onderwerp hebbende de versiering van een ver- keerslijn van at het Centraal-Station, over den Dam. tot aan het plein van het Station Staatsspoor; op de prijsvragen, uitgeschreven door de genoemde Hoofdcommissie voor ontwerpen voor een ge- denkplaat, aan H. M. aan te bieden: voor die, uitgeschreven door een Commissie van bewoners der Leidsche grachten en een deel der Prinsengracht. voor ontwerpen ter versiering hunner buurt. Ook werd een zeer druk bezochte tentoonstelling gehouden van versie- ringsartikelen met het oog op de aanstaande feesten.
Het Bestuur zal trachten, dit jaar eenige belangrijke speciale tentoonstellingen op architectonisch gebied te doen plaats hebben. Onderwijs. Het vakonderwijs blijft steeds een onderwerp waarop de aandacht is gevestigd, en met genoegen mag het Bestuur wijzen op den grooten vooruitgang die allerwege valt waar te nemen. Een weldadige kracht gaat sinds een paar jaren uit van de Vereeniging tot bevordering van de Vakopleidingen voor Hand- werkslieden in Nederland, - eene vereeniging die in korten tijd een groot aantal leden tot zich trok en sinds Januari een maandblad als haar orgaan uitgeeft.
Examen voor opzichters. Zeer talrijk zijn de bewijzen die ont- vangen worden, dat de instelling van een diploma voor bouw- kundige opzichters na voldoend algelegd examen, zeer wordt gewaardeerd. Het zesde examen van dien aard werd gehouden in Februari 1898. Van de 16 Kandidaten die zich daarvoor opgaven, onderworpen zich 15 aan het onderzoek; aan 7 van deze kon het diploma worden uitgereikt. De Examen-Commissie bestond uit de heeren C. B. Posthumus Meijjes, Voorzitter van de Afdeeling Amsterdam der Maatschappij, Voorzitter, H. van Dam, G. van Arkel, J. N. Landré, D. A. N. Margadant. L. J. Rijnink en C. T. J. Louis Rieber. Secretaris. Bureau voor plaatsing van Opzichters. Niettegenstaande de tijd en moeite die besteed worden om de naar werk zoekende opzichters behulpzaam te zijn, ondervindt het Bestuur slechts zeer zelden de zoo gewenschte medewerking van de zijde der sollicitanten; velen die geplaatst worden, geven daarvan niet eens kennis aan het Bureau en veroorzaken dit door hunne onachtzaamheid of onbeleefdheid groote moeite. Gaat dit aldus door, dan zullen zij voor wie het Bureau is opgericht, zelve de oorzaak zijn, dat het zich in 't vervolg in weinig sympathie van de architecten zal mogen verheugen.
Immers de namen der niet afgeschreven sollicitanten worden daardoor soms opgegeven aan hen die een opzichter of teekenaar aanvragen, en aan die aanvragers of aan 't Bureau wordt dan de noodelooze moeite opgelegd om te schrijven aan reeds geplaatste personen. Moge dit veranderen, opdat het Bureau nuttig kunne blijven werken.
De instelling staat in verbinding met de Technische Vakver- eeniging, afdeeling Amsterdam; de sollicitanten voor Bouwkundig Opzichter of Teekenaar die zich bij haar opgeven, worden ook op de lijsten van het Bureau geplaatst door de Maatschappij opgericht. Sedert de oprichting van het Bureau op 30 November 1895, tot 1 Mei 1898, werden 123 sollicitanten ingeschreven. Van archi- tecten kwamen 83 aanvragen in. Van de ingeschrevenen werden 109 geplaatst, waarvan ruim 4, gedeelte door bemiddeling van het Bureau.
De Afdeelingen. Wanneer het der kinderen voorspoedig gaat, verheugt zich de moeder. Dit kan de Maatschappij doen, nu zij de jaarverslagen harer Afdeelingen heeft ontvangen die, zonder uitzondering getuigen van een opgewekt leven, van een streven om nuttig werkzaam te zijn.
In het algemeen heeft de bedrijvigheid zich niet alleen bepaald tot eigen engen kring, maar heeft deze ook naar buiten van zich doen spreken. vooral waar plaatselijke belangen werden behartigd. een loffelijke inmenging in algemeene zaken.