Pagina:Bouwkundige Bijdragen vol 01.djvu/31

Deze pagina is proefgelezen

15


In het bovenstaande heb ik aangegeven, op welke wijze men, zonder het minste nadeel voor de soliditeit van het gebouw, eene geregelde luchtzuivering, zelfs in afgesloten vertrekken, kan verkrijgen. Ik wil nog eenige woorden, over het aanwenden der lucht als werkzaam behoedmiddel tegen koude en vochtigheid, hier bijvoegen.
Het gebruik der dubbele vensterramen tegen koude is zeer algemeen; men brengt ze aan, zonder zich verder om de vraag te bekommeren, waarom dubbele ramen zulk een groot veschil in de temperatuur der kamer te weeg brengen.
De beantwoording dezer vraag is zeer gemakkelijk en toch zullen duizende menschen, welke de weldaden der dubbele vensters genieten, zulks aan dat eene raam meer niet toeschrijven; ook is het minder dat raam, dan wel de tusschen beide ingeslotene lucht, welke zulk eene groote besparing bij de verwarming der kamer aanbrengt [1].
Ook tot het weren der vochtigheid is eene ingeslotene luchtkolom een zeer voortreffelijk middel, vooral, waar bij ongunstige omstandigheden drooge vertrekken gevorderd worden.
Schrijver dezes heeft bij vele in kelders gebouwde Meissnersche stookplaatsen, zelfs in eene dergelijke, welke boven eenen ijskelder te staan kwam, door dit eenvoudig middel zijn doel bereikt. Hier liet hij, den raad zijns leermeesters, Professor Meissner, volgende, tusschen den jaren lang vochtigen hoofdmuur des kelders en de wanden der stookplaats eene tusschenruimte van 3 (0,079 Ned. el) tot 4 dm. (0,103 Ned. el), in welke eene luchtkolom besloten was. Het gevolg beantwoordde aan de verwachting, wijl de eenmaal drooggestookte binnenwanden, niets meer van den nadeeligen invloed der hoofdmuren te lijden hadden.
Tot heden is de lucht als keermiddel der vochtigheid zeer zelden gebruikt; en toch ware het wenschelijk en raadzaam, haar als zoodanig meer toe te passen [2]. Hoe vele gebouwen zien wij niet dagelijks, welke door onder of boven den grond aangebragte constructiën geheel doornat zijn, en welke derzelver vroegere beschadiging alleen daaraan te wijten hebben! Hoe gemakkelijk ware het daar niet geweest, door de toch zoo weinig kostbare aanbrenging van eenen twee-

    Seitzer-hofgebouw daargesteld, en hebben derzelver praktische doelmatigheid in hoogen graad bevestigd; alleen heb ik nog ondervonden, dat in de eerste en tweede verdieping, waar het gewigtverschil der luchtkolommen nog zeer aanmerkelijk is, de monden der luchtpijpen in het voorste gedeelte van den schoorsteen grootendeels moesten gesloten worden, wijl de toevoer der buitenlucht te sterk en daardoor eene te spoedige vertering der brandstoffen veroorzaakt wordt. Om deze reden moeten alle luchtopeningen met ventilators of schuiven voorzien worden, welke men meerder of minder, naar gelang der behoefte, kan openen.

  1. In groote vertrekken vooral is de bezuiniging van brandstoffen, door dubbele ramen zeer aanmerkelijk. De in het Seitzer-hofgebouw bestaande groote glasgalerij moest in den eersten winter zonder dubbele ramen tot eenen zekeren graad verwarmd worden; hoewel de ramen digtgesloten waren, kon men dezelve slechts door eene groote hoeveelheid brandstoffen verkrijgen. In den volgenden winter echter kon men den benoodigden warmtegraad gemakkelijk en met veel minder onkosten bereiken.
  2. Reeds de ouden hebben deze eigenschap der lucht gekend en dezelve op vele gebouwen toegepast. Zoo zag ik, bij voorbeeld, in den omtrek der Villa van Adrianus niet ver van Tivoli een langwerpig gebouw, (volgens het oordeel der oudheidkenners) de kazerne der Keizerlijke lijfwacht, welke tegen eenen berg aangebouwd, eenen dubbelen muur bezit, tusschen welken over de geheele hoogte eene luchtkolom is ingesloten, welke waarschijnlijk geen ander doel kan hebben, dan de verbreiding der vochten naar binnen tegen te gaan.