Pagina:Busken Huet, Litterarische fantasiën en kritieken Deel 1 (1868).pdf/24

Deze pagina is proefgelezen

tertje had geschonken (want al mijne lezeressen weten dat Mevr. Bartelotti, geboren Hellemans, den 30sten November van het jaar 1627, drie maanden na de zevenbergsche terugreis en de parthische vlugt, Hooft's zuchten verhoorde en met hem in het huwlijk trad), vaardigde hij naar de kraamkamer op het Muiderslot, uit welk vertrek de baker hem geweerd had, een dier briefjes af wier wederga men vruchteloos in onze letterkunde zoeken zal:

 
 

„Mijn zoetste ziel en vriendelijkste vriendin,

„Bij dezen tracht ik, bij mangel van 't werk door gelegenheid, te toonen den wil dien ik heb om mij te werpen voor UE. voeten en met de uiterste eerbiedenis mijns gemoeds oorlof te nemen om eens uit te gaan. UE. denke niet dat ik van haar scheide die ik mededrage gemetst in het binnenst mijns harten. Zulks niet laten kan in gedachtenis te hebben UE., nevens de gedachtenis van dat zelve dat geliefd heeft op mij te begeeren[1]: die zoo smakelijk is dat ik, niets anders vermogende tot dankbaarheid, daarvoor in aller ootmoed naar den geest kusse UE. welwaarde en schoone hand die mij getrouwd heeft; God biddende dezelve een blijden avond en voorts alle heil te verleenen, en daarin zich te dienen van UE.

„Onderdaansten, Toegedaansten Dienaar en Man.”
 
 

Weder twee jaar later, in den zomer van 1630, dezelfde gevoelens in dezelfde hoffelijke en nogtans in den euvelen zin des woords niet sentimentele vormen. In een doosje met rozen zendt hij zijne vrouw de eerste rijpe kersen van het saizoen; doch niet onverzeld. Bij het openen van den kleinen korf vond Leonore bovenop de vruchten en de bloemen dit versje:

 
In de bladen van een roosje
Vindt gij, o mijn zoetste Troostje,
Kleene gift. Waar' zij zoo groot
Als de gunst, te kleen een doosje
Waar' de gansche wereldkloot.

  1. Had dus de kraamvrouw-zelve verlangd dat hij een luchtje zou scheppen, en vóór het vallen van den avond eene kleine wandeling gaan doen? De baker vergeve het ons dat wij haar een oogenblik zwart maakten.