Pagina:Carel Allard - Nieuwe Hollandse scheeps-bouw (1695).pdf/48

Deze pagina is niet proefgelezen

38 NIEUWE HOLLANDSE maar op 't verdek een vierde van de ſtevens dikte. 't hout in 't Lijf-hout in de Kajuit moet zyn een vierde, de Balk-wager de kajuit, een vijfde, en de Balken de helft van de Stevens-dikte, dik, de knies, zoo dik, als daar de ftutten 't hout in de bak. but. Van de De Knie-balkjes behooren een derde, en de Balk-wagertjes een zefde deel van de Steven dik te zyn, en de Balken moeten 10 duim bogt hebben. 't Water-bordje is een vierde deel van de Steven aan de binne-kant dik: op groote Schepen worden voor de Hut fomtijds looze Verdekken gezet, die men opftellen en afneemen kan. alinit. De be- ting. De Ru- ften. De Lui- ken, 't Gal- joen. zyn. 't Lijf-hout in de Bak, als mede de Bak, en Balkwaagers moe- ten zoo dik zyn als die in de Kajuit: maar de Knies half zoo dik als de Stevens dikte. non-asolines De Gal- deryen. De Spil. De Spenen en de Beting-balk moeten elk een derde, maar de Voore-wang aan de achter-kant de helft dikker zyn, als de Steven. De groote Ruft moet een achtfte van 't Schips lengte, lang zyn, dik, een derde deel van de Steven, en breed als de Ste- ven dik is; de Fokke-ruft een weinig minder in lengte, dikte, en breedte; de Bezaans-ruft lang een derde van de groote, maar dik als de Fokke-ruft. oortoly a shish De Hoofden der luiken een derde van de ftevens dikte, de bin- ne-lyft dik en breed een vyfde, de fponning wijd een achtfte, de ribben een vierde, en de marker een derde van de fteven, de an- dere minder. Het onderfte Hakke-bord, in't midden, zoo breed als de fte- ven, en een derde dik, het dek daar op zoo dik als 't Hakke- bord. De wulf-ftutten, de helft van de fteven, hebben zoo veel bogt als men goed dunkt: 't ander Hakke-bord,en dek heeft min- der bogt, als mede de wulf-ftutten en't kruis. de Galdery werd vercierd met fny- en beeld-werk, naar goed-dunken. Op ieder 10 voet van 't Schips-lengte moet de fpil twee en een half duim, in 't boven-end, dik zyn, de klampen half zoo lang als 't hoofd van de fpil, de gaten een zefde van de dikte, wijd. De Poor- Op de hals deeld men de hoogte van 't verdek in drie deelen, TCM. De uitlegger een vyfde deel van de lengte van de kam, achter zoo veel duimen breed, als die voeten lang is, en voor, een vierde van de fteven breed. blav en 20,4 ter co backb His de Da dorite