strand een dorp, waarvan men den torenspits en enkele huizen ziet; daarbij op den voorgrond eene kerk in Italiaansch-middeneeuwschen bouwtrant (de St. Mariakerk te Utrecht). Voor de kerk, op een door muren afgescheiden pleintje, ziet men twee heeren en eene dame, en twee personen in Oostersche kleederdracht. Voor het plein liggen een galjoen en twee schuiten, waarvan één met een zeil overdekt is, en waarin verscheidene personen. Achter de kerk een baai, begrensd door een bergketen, waarop eene stad ligt; lager dan de stad twee forten, waarin een koepelvormig gebouw. Op een landtong aan den ingang der baai bevinden zich tien personen; daarbij, gedeeltelijk achter de kerk, ligt een groot schip met roode en groene vlaggen.
Gemerkt op het zeil van de schuit op den voorgrond:
Doek. Hg. 0.86, br. 1.11.
Eigendom van de gemeente Utrecht. (Geschenk van den heer M. A. F. Reuser in 1840.) In 1873 in het Museum Kunstliefde geplaatst.
WILLEM VERSCHOOR.
Geboren te Delft ...., overleden aldaar omstreeks 1678.
Van dezen schilder weten wij alleen, dat hij 6 Januari 1653 zich als burger en meester-schilder te Delft in het St. Lucasgild liet inschrijven; den 28 November 1678 werd zijn doodschuld aan dat gild betaald. Zijne werken komen zeer zelden voor.
No. 77. Cephalus en Procris.
(Ovidius, Metamorphoses. VII. 661.)
Procris, die haar echtgenoot Cephalus ten onrechte van ontrouw verdacht en, toen zij hem wilde bespieden, door Cephalus zelven zonder opzet doodelijk door een pijl werd getroffen, ligt op den voorgrond. Zij is in een geel kleed gehuld, dat het bovenlichaam onbedekt laat; het bloed