Pagina:Catalogus van schilderijen der Utrechtsche school 1941.pdf/7

Deze pagina is proefgelezen
 

CATALOGUS

 
AST

BALTHASAR VAN DER AST. Geb. vóór 1590 te Middelburg, gest. na 1656 te Delft. Vermoedelijk leerling van Ambrosius Bosschaert te Middelburg en te Utrecht. In 1619 meester in het St. Lucasgilde aldaar. Hij schenkt in 1629 een „fruytstuck” aan het St. Jobsgasthuis. Op 1 April 1631 nog te Utrecht vermeld. In 1633 burger te Delft. Schilder van bloemen- en vruchtenstillevens.

S. Muller Fz., „Schildersvereenigingen”, 1880, blz. 144; A. Bredius, „Het Schildersregister van Jan Sysmus”, in Oud-Holland 1894, blz. 165; Idem, „De bloemschilders Bosschaert”, in Oud-Holland 1913, blz. 139.
 
2 VRUCHTENSTILLEVEN. Op een grijze houten tafel staat tegen een donkeren achtergrond een blauwe kom van Chineesch porcelein, waarin hoog zijn opgestapeld allerlei vruchten zooals een kalabas, appelen, kersen, druiven, roode en witte aalbessen. Op de tafel een takje wilde roosjes, een tulp, eenige schelpen en allerlei insecten. Rechts onderaan op den rand van de tafel geteekend „B. vander.Ast. 1623”.

Paneel 23.5 × 32. – 1623.

ATTEVELD

JOOST (JUSTUS) VAN ATTEVELD. Geb. in 1621, geboorteplaats onbekend, gest. 13 November 1692 te Utrecht (?). Was 1656 te Utrecht werkzaam. In 1656 was hij „Overman” van het Schildersgilde te Utrecht. In 1680 wordt hij als „Constschilder” genoemd. Uit een acte van 1658 blijkt, dat hij een huis bewoonde in de Voorstraat „over het Vleyshuys”. In 1683 teekende Jelgersma zijn portret. Gerard van Loon gebruikte veel afbeeldingen

1