Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/263

Deze pagina is proefgelezen

— Dat kan ik je niet in een paar woorden uitleggen. Misschien later eens, als we elkaar meer gezien hebben.

— Je bent toch nog dezelfde originele kerel . . Wàt zoek je?

— Iets...

— Daar komt de wijsgeer van vroeger weer voor de dag... "Iets"... Je had vroeger ook zo van die korte woorden.

— Elk woord is een wereld.

— Max, ik kan je niet volgen, als je zo doorgaat... Dat weet je van vroeger.

— Vertel mij nu eens... van Rome... van Brussel.

— Van der Welcke, rokende, in de blauwe neveltjes van zijn sigaret, vertelde zijn leven, in niet veel woorden. Brauws hoorde toe.

— Ja... zei hij. Vrouwen...

Hij voltooide dikwijls zijn zin niet, of zei slechts een enkel woord.

— En wat hebben jouw vrouwen je gedaan! vroeg Van der Welcke vrolijk.

Brauws lachte.

— Niets dan banale dingen, schertste hij. De moeite niet waard om te vertellen. Er waren in mijn leven veel vrouwen... en toch waren ze er niet.

Van der Welcke dacht na.

— Vrouwen... zei hij, peinzend. Soms toch...

— Hans, ben je verliefd?

— Neen, neen! schrikte Van der Welcke. Neen, ik ben vrij zoet geweest.

— Vrij zoet?

— Ja, niet meer dan vrij... Maar ik bedoel... vrouwen...

— Je bent verliefd, zei Brauws beslist.

— Je bent dol! zei Van der Welcke. Ik dacht niet aan mezelf... En nu, wat doe je in Den Haag?

Brauws lachte.

— Ik ga lezingen houden, niet alleen hier, maar overal in Holland.

— Lezingen!? riep Van der Welcke verbaaasd. Hoe kom je er op? Doe je dat om wat te verdienen? Vind je het niet vervelend een uur te kletsen voor een troep mensen?

— Neen, zei Brauws. Ik hou conférences over de Vrede.

— Over de Vrede?! riep Van der Welcke met grote ogen, die jong blauw uitwonderden tussen de blauwige rook. Welke Vrede?

— De Vrede.

— Je houdt me voor de gek, riep Van der Welcke.

Brauws schaterde, en Van der Welcke ook. Zij lachten beiden een hele tijd.

— Hans! zei Brauws. Hoe is het mogelijk, dat iemand zó weinig verandert. In jaren! Net als vroeger is het je onmogelijk te geloven aan iets ernstigs.