— Naar huis! brieste hij nog eens en wees zijn vrouw met de vinger de weg.
— Ik ga niet.
Hij sprong op haar toe, pakte haar bij de tengere schouders, schudde haar, zijn mond verwrongen, zijn ogen puilden, als krankzinnig van razernij. Zij wrong zich, gaf hem een slag vlak in zijn gezicht. Hij sloeg haar terug.
— Eduard! Emilie! gilde Louise.
Een verontwaardiging gaf haar kracht. Zij stortte op haar zwager, sterk van haar verontwaardiging, duwde hem weg van zijn vrouw.
— Ga weg! riep zij hoog, Emilie omvattende in haar armen. Ga weg! De kamer uit!
— Ik wil mijn vrouw terug!
Louise kalmeerde zich.
— Eduard, zeide zij kalm. Verlaat de kamer.
— Neen...
— Nog eens, Eduard, verlaat de kamer, of ik zend een knecht naar papa. Wil je schandaal maken, goed, maak het, maar het zal je zelf het meeste schaden.
Hij dacht plotseling aan Den Haag, zijn carrière...
— Ga de kamer uit, Eduard...
— Hij heeft me mishandeld! kreunde Emilie. Ik heb pijn, hier...
Zij hing in de armen van haar zuster.
— Eduard, ga de kamer uit.
— Ik zal gaan, zei hij. Maar ik blijf tot het diner is afgelopen...
Hij ging...
— De ellendeling! De ellendeling! kreunde Emilie. Hij heeft me gestompt op mijn borst... Gelukkig, dat hij het gedaan heeft... Nu kan ik scheiden, niet waar, Louise... Louise, ken je de wet?
— Neen, mijn lieveling... maar papa zal je alles zeggen. Maar wees kalm, wees kalm...
— Waar is hij heen gegaan...
— Kan je alleen blijven, dan zal ik zien...
— Neen, blijf bij me... blijf bij me...
Er werd geklopt.
— Wie is daar...
Een oude meid kwam binnen.
— Freule, zei zij tot Louise. Meneer laat verzoeken niet zo hard te praten. Meneer hoort de stem van meneer Van Raven.
— Waar is meneer Van Raven nu...
— De smeerlap is in de zitkamer van de jonge heren gegaan.
— Goed, Leentje, wij zullen rustiger zijn... Maar praat zo niet.