Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/330

Deze pagina is proefgelezen

Wij blijven dus met ons drieën: Louise, Marianne, ik... Het is ineens heel anders, tante Lot... Wij willen rustigjes leven... Ten eerste moet het... en de meisjes verlangen niets anders.

Het scheen Constance weer toe, of zij iemand zocht in de kamer, of zij iets verzweeg... Constance had de naam van Emilie op de lippen, maar wilde niet vragen... Mama wist nauwlijks, dat zij wel eens onenigheid hadden: Emilie en Van Raven.

— Ik heb nu nog veel moeite en drukte, zei Bertha. Maar als alles geregeld is... en wij hebben onze kleine villa...

Zij zonk in haar stoel achterover en glassig staarde haar blik voor zich uit. Constance, deelnemende, nam haar hand, hield die vast... Het scheen of Bertha, na dat drukke leven, dat ineens met de dood van Van Naghel, een uur na hun laatste diner, een moment na haar laatste drukte, plotseling was geknakt — niet meer wist hoe en wat, zich verlaten voelde, hulpeloos...

Al waren er al die zaken — scheen een plotse slag van verwondering en stupefactie, scheen een doodsheid als over haar heen te komen — of alles nu uit was, of er nu niets meer was — nu er spoedig geen visites meer te maken zouden zijn, geen recepties te houden, geen diners meer te geven, nu Van Naghel geen last in de Kamer meer had, van welke hij de enervatie thuis meebracht, nu er niet meer te rekenen zou zijn hoe zij een duizend gulden minder in de maand zouden verteren — nu zij eenvoudig een rustig huishouden zouden voeren moeten van wat zij en de meisjes bezaten... En het scheen of zij niet wist hoe en waarom zij meer leven zou, nu zij de diners en de visites niet meer zou hebben te geven en te maken... voor haar kinderen, haar meisjes vooral. Zo kalm hadden Louise en Marianne haar gezegd, dat zij heel gauw rustig leven wilden, dat het nu Bertha plotseling toescheen: waarom heb ik eigenlijk altijd die drukte gemaakt... als de meisjes er zo weinig om gaven... Waarom ben ik er dan oud en moe in geworden... Het was waar, Van Naghel had die ambitie gehad: zijn huis een politieke salon te zien... Het was zo geweest, als hij wilde; nu was het uit, nu was het uit... Nu was er niets dan rustig te leven... in de kleine villa te Baarn... geen schulden te maken... de jongens te zien afstuderen zo spoedig mogelijk... en dan Karel en Marietje... anders... zij wist niet hoe... op te voeden... en te doen leven... dan zij haar andere kinderen gedaan had...

Zij bleef moe zitten, Bertha, glassig starende, half luisterende naar de deelnemende woorden met energiek Indisch accent, van tante Lot, die kassian riep...

Maar plotseling scheen een grotere nervositeit haar als op te schrikken uit haar neerslachtigheid. Zij keek weer om, als zoekende, iemand... om iets te zeggen. Haar blik hing even aan tante Lot, toen aan Constance... Plotseling stond zij op, met een lachje, als wilde zij iets zeggen aan Louise, daar verder op... Maar haar handdruk, nerveus, scheen Constance te dwingen,