Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/432

Deze pagina is proefgelezen

ouders... Kunnen wij het helpen... Aan wie is de fout?

— Als ik denk... kind, aan jullie huis, vroeger...!

— En nu Henri clown... en ik schilderes voor mijn brood!! Zij lachte hoog, schelletjes, bijna glorieus.

— Arme grootmama, lachte zij weemoediger, na. Arme grootmama... Ze noemde onze familie een grandeur déchue... En van haar standpunt heeft ze gelijk... Ik heb diep medelijden met haar. Ik vond haar zo treurig, verlaten, en de tranen, de tranen liepen haar maar over de wangen... Tante, u is lief. Ik voel, dat u beter is... dan ik. Maar ik kan niet... hier wonen. Uw leed heeft gemaakt... dat u terug verlangde. Het mijne, dat ik weg wilde... U heeft gevoeld, dat er banden waren, die u hierheen trokken. Ik heb juist gevoeld, dat ik me los van alle banden moest maken... Het begin van mijn leven was een vergissing.

— Het begin van het mijne ook...

— Zou het dan altijd zo zijn...

— Dikwijls... dikwijls..

— Kennen wij onszelf dan niet... als wij beginnen te leven...

— Neen... alle waarheid kennen wij later... veel later pas...

— U denkt niet, dat ik mijn waarheid al ken?

— Neen Emilie..

— U is niet tevreden over me...

— Tevreden, kind... Mag ik oordelen over je? Maar ik zeg je alleen: pas op. Speel niet met je leven. Verknoei het niet. Het is heel ernstig, ons leven. En je beschouwt het als...

— Als wat, tante...

— Als een artistieke gril...

— U zegt dat heel aardig, tante. Ik had het zelf nooit zo gevonden, zo gezegd... Een artistieke gril? Henri ook... Een gril, art-nouveau. Waarom niet?

— O, neen Emilie... pas op...!

— Tante, wij zijn zo klein. Wij betekenen niets. Wat betekenen mensen als wij, vrouwen als wij, meisjes zoals ik geweest ben... Niets. Niets. Waarom ons leven tragisch te maken? Waarom er niet liever iets aardigs, iets getourmenteerd artistieks van te maken — zij had een schildergebaar met wijsvinger en duim. — Als wij dood zijn, is het uit... Wat betekenen wij, om tragisch te zijn! Dat is goed voor helden, heldinnen... dat is niet iets voor ons... Ik maak mijn leven niet tragisch. Ik heb me eerst vergist... ik heb mijn leven veroverd, het een energieke draai gegeven... Probeer het zo te zien, tante!

— Ik zie het zo wel... Emilie... Maar je vergeet...

— Wat.

— De banden.

— Die ik losmaak.

— Die je niet los kan maken.