Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/48

Deze pagina is proefgelezen

En, jonger zij dan Constance, was de kritiek scherp, en verborg zij tegelijkertijd Adolfine's ware gedachte, en de zuster, voldaan nu, ging... Constance tuurde op de twee kaartjes en ineens snikte zij weer los. Addy nam haar in zijn armen: hij was al bijna zo groot als zij.

— Mama, zei hij zacht, met zijn ferme stem van jonge man. Huil niet zo en ga wat liggen op bed. U moet vanavond naar grootmama, en u zal te moe zijn, als u niet wat gaat liggen...

En hij hielp haar zich wat uitkleden en schikte haar kussens op.

Zij lag nu op bed, zacht zenuwsnikkend, eigenlijk wist zij niet meer waarom...

Hij zette zich neer bij het raam, bij de spiegelconsole, en nam zijn boek, een krijgsverhaal van Transvaal. Een beweging van zijn arm deed de beide kaartjes vallen, op het tapijt. Hij zag er even heen, naar de twee stukjes kartonnen formaliteit, liet ze liggen, en las door...

 
 

VII


Die avond speelde Constance mee, whist, hoewel zij nog een erge hoofdpijn had. Zij had op verzoek van mama Van Lowe Addy meegebracht en hij had zich gevoegd bij de neven en nichtjes om de allegaar. Constance speelde met Bertha, met Gerrit en oom Ruyvenaer.

— Constance, zei Bertha. Je moet het niet onlief van me vinden, dat ik pas éen keer bij je ben geweest — je was niet thuis — maar het is zo druk ...Ik heb je vandaag de invitaties gezonden voor de partijen van de bruiloft... Je komt natuurlijk, niet waar...

Bertha was de oudste dochter, mevrouw Van Naghel van Voorde, haar man minister van koloniën; in hun huis had Constance dadelijk gevoeld iets als van het ouderlijk huis, vroeger: een grote familie; een kring, even kolonialistisch getint met de hoogste koloniale autoriteiten, terug uit Indië; Van Naghel had zijn carrière gemaakt door protectie van zijn schoonvader, de oud-gouverneur-generaal; hun kennissen zweemden ook even de kring van het corps-diplomatique aan en men telde natuurlijk ook onder ze de elementen uit de hogere Haagse bureaucratie. Hoewel Constance nog maar eens bij hen aan huis was geweest — te midden van een drukte van repetities voor bruiloftsvoorstellingen — had zij er dadelijk iets zeer sympathisch en bekends gevoeld, iets van haar vroeger thuis; een atmosfeer van grootheid, gewichtigheid. die zij wel sedert jaren ontwend was, maar tot welke zij zich toch aangetrokken voelde, uit het aangeboren instinct ener ijdelheid, die zij dood nu in zich waande.

Constance voelde zich tevreden, al had zij nog hoofdpijn. Oom