gooide de boel om, eens zelfs had zij bijna brand gemaakt, omdat zij de spiritusvlam had uitgeblazen, met een woedend geblaas van haar driftige spitse lipjes... Het was nu wel gezellig: als Mathilde nu nog maar wat boven bleef... En de regen, de wind, buiten razende — waren er binnen de enkele zachte woorden, in de gele kringen van het licht der lampen, die Gerdy zo had geplaatst, dat het schijnsel intiem was en lieflijkjes dommelig... Oude oma daarginds in haar hoek — ze bleef daar maar stilletjes zitten in haar grote fauteuil, die was als een troon; ze bewoog niet, ze sprak niet, maar ze behoorde er toch zo bij, vond Gerdy, dat wassen gezicht van heel oude dame, in het witte haar omlijst, het wollen doekje om de schouders, de onbewegelijke donkere japon-figuur, en in de schoot de fijnheden der vingers, trillende vingers, zonder wier trilling zij als roerloos hadden geschenen... Om het vuur tante Constance nu, pratende met mama en met Emilie, en Gerdy wist niet waarom, maar in die drie, als ze praatten met elkaar, trof haar iets, alsof zij, Gerdy, ineens, zonder aanleiding, had wenen kunnen, om iets van weemoed, dat haar heel vaag aanzweemde, als een troebeling uit vroegere jaren, en dingen, die al lang waren voorbij... Dan rammelde Gerdy onnodig met haar kopjes en lepeltjes en begreep niet waarom ze zo gevoelig was. Marie borduurde, en Alex, somber, las, maar Guy speelde tric-trac met Adèletje, Guy altijd met een mop er tussen in: de dobbelstenen rammelden in de bekers, vielen neer op het bord; de schijven stapelden hard houterig op de witte en zwarte punten; de dobbelstenen rammelden weer, vielen neer.
— Vijf en drie...
— Imperiale... Dubbele vier... Nog eens na... Twee en drie...
En Klaasje was bij tante Constance komen zitten, kruipende bijna in haar japon, een heel kinderachtig prentenboek in de hand. Zij drukte haar blonde kopje behagelijk in tantes rokken, tegen tantes schoot, en zij had stilletjes genomen tantes arm, en die gelegd om haar hals. Onderwijl lette zij alles en alles op, ongemerkt, wat er gebeurde: het tric-trac van Guy en Adele, de theedrukte van Gerdy, — luisterde zij naar tante, mama en Emilie — of zij buiten die kring van huiselijkheid was, of zij er ver van af was, of zij het hoorde en zag door een waas... onbewust... in haar langzaam ontwakende hersentjes van achterlijk kind... Om dan niet zo ver te zijn, nam zij de hand van tante Constance, opende de palm met haar vingers en duwde er haar kopje onder... dan scheen het of zij veel dichter kwam...
Plotseling ging de deur open, en allen, even, schrikten op, herstelden zich echter dadelijk... Mathilde was binnengekomen, en alleen grootmama, daar ginds, wat achter-af en donkertjes in haar hoek, was roerloos gebleven, met de trillende vingers in haar schoot, — wit en wassig, bevende, in de duistere schaduw van haar japon... Maar, om het vuur, zwegen Constance, Ade-