vuil: olieverf, terpentijn, een palet, penselen, water: het is allemaal smerig. Beeldhouwen: klei, en natte doeken, litteratuur: wat is er gemener vuil dan inkt, de zeeën van inkt, die een auteur verschrijft... maar muziek... dat is klank, dat is reinheid, dat is niets dan platonisme... O neen, sedert ze in Den Haag, op alle hoeken van de straten, urinoirs oprichten, kan ik er niet langer blijven wonen...
— Paul... bestrafte Constance, maar hij begreep niet, in zijn hartstocht. Hoepel nu op, met de meisjes, en laat mij met Keetje alleen. De meid staat je verbaasd aan te gapen en hoort niets, van wat ik zeg... Keetje, luister nu naar mij... wat je moet maken voor het eten... en Paul... ajo... ga weg...
— Kom oom! zei Marietje. Keetje, hier in Driebergen, is niet gewend, dat we alles zo vuil noemen.
— Keetje... die zo trots op haar keuken is, niet waar, Keetje? zei Gerdy.
— Nou, zei Keetje. Ik geloof wel, dat meneer overdrijft...
— Overdrijven! stoof Paul op tegen de meid, rustig de vuisten op de heupen. Overdrijven...
— Met schrobben kom je een heel eind ver, meneer. Alles goed onderhouden.
— En ik zeg je, voer Paul uit; dat alles vuil is, behalve muziek...
— En behalve mijn keuken! zei Keetje, beledigd. Ik weet niet, wat meneer voor meiden gehad heeft. Maar wij, niet waar mevrouw, wij maken goed schoon... Nu ja, ouwe Mie is wel heel oud, maar mevrouw houdt haar maar uit goeiigheid, en we hebben er een jonge helpster bij... maar vuil — zij schudde energiek het hoofd — vuil is het niet bij ons ook al is het een heel oud huis... en al is het een groot gezin...
— Meisjes, Paul!! riep Constance wanhopig. Ik heb geen tijd hier in mijn provisiekamer te redeneren over het al of niet vuil zijn van de wereld of Keetje's keuken... Maak dat jullie wegkomt... En Keetje, luister haar mij en antwoord mij.
— Ja, mevrouw...
— Oom, kom mee! riep Gerdy. We zullen u Keetje's keuken tonen.
— Nou... die kan meneer gerust inspecteren...! schoot Keetje voor het laatste nog een pijl af.
De meisjes sleepten oom Paul mee naar de keuken, en Adèletje kwam er bij en zelfs Marietje Van Saetzema, en het was in de keuken een hete vrolijkheid, omdat Paul de pannen een voor een bezag.
— Maar kijk oom... ze blinken als zilver en goud.
— Nu, we kunnen er vanmiddag ons maal wel uit hebben... Maar kinderen, muziek, muziek, is de enige reinheid van de wereld!
— Als ze maar niet vals is...