Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/736

Deze pagina is proefgelezen

 

— O! riep hij uit. Maar dan...

— Stil, zei zij: hoor naar me. Maar wat je me vraagt... weiger ik...

— Waarom...

— Omdat ik een fatsoenlijke vrouw ben... Omdat ik in mijn bloed een fatsoenlijke vrouw ben... Omdat ik altijd... een fatsoenlijke vrouw wil zijn... Ik zou niet kunnen doen wat je me vroeg... Omdat ik... al verloor ik mijn man... mijn kinderen nooit zou willen verliezen, nooit zou willen verliezen.

— Je houdt meer van je kinderen?

— Meer...? Ik hou van ze... zo... als een man... als jij niet begrijpen kan.

— Tilly, Tilly!

— Stil... Er komen daar mensen... Wandelaars... Stil...

— O Tilly, maar wat dan, wat dan?

— Ik weet het niet, zeide zij dof. O kom mee, naar de club, laten wij tennissen!!

Zij verhaastte de pas: hij volgde als een dronken man.

 
 

XVI


Toen Addy het telegram vond, had hij dadelijk de trein naar Driebergen genomen: hij kwam 's avonds aan.

— Wat heeft Emilie? vroeg hij zijn moeder.

— Zij huilt de hele dag, zei Constance; het is net als verleden jaar.

Hij ging dadelijk naar boven, naar de kamer van Emilie. Hij vond haar snikkende, snikkende in de armen van Adeline.

— Ik weet geen raad met haar, zei Adeline.

— Laat haar een ogenblik alleen met mij, tante, fluisterde Addy. Hier — hij zocht in zijn zak — hier is een brief van Guy, uit New-York. U zal zien, hij heeft werk gevonden, door de recommandatie van meneer Brauws.

Adeline ging, Emilie snikte steeds. Zij wierp zich over de grond, haar gezicht tegen een stoel, haar haren los: haar magere handen grepen de stoel vast.

— Addy! riep zij. Addy! Ben je daar?

— Ja, Emilie

— O... het stikt me, het stikt me... laat het me je zeggen!

Hij zette zich, en zij kroop als naar hem toe... Zij stamelde onsamenhangende woorden, maar hij begreep ze: hij kende de woorden, hij wist wat zij hem zei: het was verleden jaar, het was vóor verleden jaar hetzelfde geweest. Het was met de eerste zomerdagen als een opwelling van krankzinnigheid, die zich meester van haar maakte, een opwelling, waarin zij terugleefde dingen van het verleden van jaren her... O, het was een ver-