— Ja, dat is zo... Oude relatie's, niet waar... De Van Naghels... Ze wil aan het Hof.
— O, maar de Van Naghels zullen wel zorgen, dat ze er niet komt.
— Tenminste, dan doen ze verstandig.
— Wat een voorbeeld voor de jonge meisjes, die tante...
— U weet, dat De Staffelaer haar gevonden heeft... in de armen van Van der Welcke...
De oude dames fluisterden.
— Neen!!!
— Ja, heus...
— Hij is ook een gemeen sujet...
— Ja, hij heeft een maîtresse in Brussel.
— Waren ze er maar gebleven...
— ...Wat doet tante Constance weer erg select, zei Floortje tegen Dijkerhof.
— Ze blijft de hele avond zitten naast Paul, antwoordde haar aanstaande.
— Niemand is natuurlijk goed genoeg voor haar.
— Nu... als je de vrouw van een diplomaat bent geweest...
— En nu barones Van der Welcke...
— Waarom zijn ze eigenlijk in Den Haag gekomen?
— Mama denkt, omdat ze bang is, dat als grootmama, die een vrouw van de dag is... sterft...
— Nu, wat dan?
— Wel, dat ze dan niet precies krijgt wat haar toekomt.
— Ach kom...
— Neen, ze vertrouwt ons niet.
— Maar daar is immers een testament, de wet.
— Ja maar, die kent ze niet, de Hollandse wet. En om zeker te zijn van wat ze krijgt, wil ze er bij zijn .. als grootmama sterft. Ze hebben schulden...
— En hij voert niets uit...
— Neen. In Brussel heeft hij wijn verkocht...
— Het is een nette boel, die familie van jou, al zijn ze baron en diplomaat.
— O maar, wij beschouwen ze niet als familie... Dat heeft mama uitdrukkelijk gezegd...
— ...Dus, zeide meneer Van Raven tegen Van Naghel en Van Saetzema. U denkt, dat ze alleen hier zijn komen wonen...?
— Omdat ze het zeer eenzaam in Brussel hadden...
— Maar de familie?
— Was er niet voor. Ik heb zelf nog wel eens met mama Van Lowe gesproken, of zij niet beter zou doen, niet aan te raden...
— En...
— Mama is moeder, niet waar. Constance is toch haar kind... We hebben allen toegegeven. En dan... is het al zo lang geleden, dat...