Pagina:Couperus, Psyche (1898).pdf/163

Deze pagina is proefgelezen

klank, het onveranderbare antwoord op Psyche's schelhooge vraag:

— Hydra's van de zee van smart, schimmen in de zee van smart, waar vind ik het Juweel voor Emeralda...??

— IJdelheid, ijdelheid...!

Het pik ziedde en siste en stoomde, en,

Het was geen zee meer van water, geen zee meer van pik;

Zee werd het van louter vlam, van pikzwarte vlam, zee van gitzwart vuur, vuur en vlam, die golfde van den einder af, waar een enkele streep van bleek licht scheen; in de zwarte vlammen blaakten de schimmen, in de zwarte vlammen kronkelden hydra's; walm sloeg op dik in het zwerk, en het zwerk sloeg den walm terug...

— Schimmen in de pikzwarte vlammen, waar vind ik het Juweel voor Emeralda...???

— IJdelheid, ijdelheid...!

Altijd woei de orkaan, altijd sidderde de klaagviool en altijd klonk de zelfde klank, het onveranderbare antwoord. Maar zengender, zengender woei aan de wind, als tempeest uit een eeuwig verdoemde zon: de zwarte nacht week in zwartpurperen schijn, de wolken dreven als purperen stoom, een bloederige damp in het zwerk.