Pagina:Couperus, Psyche (1898).pdf/21

Deze pagina is proefgelezen

ralda's groene smaragden, die priemden door de gordijnen heen, en wel zagen Psyche, maar deden of ze niet zagen. En was Emeralda dan weg, dan vluchtte Psyche naar buiten, naar boven, hoog op de tinnen, dan haalde zij heel diep adem, prangde de handjes van de borst, en hare wiekjes sidderden nog lang na, van angst.

Astra, zoo heette de tweede prinses.

Zij droeg een levende star op het hoofd; zij was heel wijs en geleerd; zij wist veel meer dan alle wijsgeeren en geleerden van het rijk, dij bij haàr kwamen om raad. Zij bewoonde den hoogsten toren van het kasteel en soms, langs haar vensterbogen, zag zij wolken trekken als geesten van mist. Zij verliet haar toren nooit. Zij zat omringd van rollen perkament, reusachtige globen, die zij draaien liet met een druk van haar vinger, en na uren van bespiegeling beschreef zij met groote passers, op een bord, van marmer zwart, cirkel na cirkel, of rekende lange sommen uit; met getallen zóó groot, dat geen mensch ze uit konde spreken. Soms zat zij omringd van de wijzen des lands, en de koning zelfs kwam tot haar en hoorde zijn dochter aan, als zij met langzame, zekere stem verklaarde. Maar