Pagina:Couperus, Psyche (1898).pdf/22

Deze pagina is proefgelezen

omdat al de wijsheid der aarde haar deel al was, minachtte zij heel de wereld, en had zij zich bouwen laten op het terras van haar toren een mijlenlange telescoop, die zich richtte in de oneindigheid van het grenzenlooze luchtruim. En waren de wijzen dan weg, en was zij alleen, dan ging zij op het terras en tuurde door het gevaarte, dat zij wendde naar alle punten des ruims. Door de glazen van diamant, zonder facetten geslepen, zag zij nieuwe sterren, die de menschen niet kenden, en noemde zij ze met namen. Door de glazen van diamant zag zij zonnestelsels, spiralen van vuur, zich kronkelen door de mateloosheid des heelals... Maar zij tuurde altijd door, want achter die zonnestelsels, wist zij, waren weêr andere sferen, empyrea, en daar héel achter, eindeloos achter, was de Mystieke Roos, die zij nooit kon zien...

Soms als Psyche dwaalde rond door het slot, klopte zij angstvallig, nieuwsgierig aan bij Astra, die haar genadiglijk binnen liet komen. Heel ernstig, als Astra stond voor het bord, en rekende sommen uit, keek Psyche naar hare zusters star, die levend flonkerde op haar hoofd, tusschen haar ravenzwarte haren. Of Psyche ging op het terras, en tuurde