Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/12

Deze pagina is proefgelezen

Da Costa voor ons volk niet alleen een Zanger bij uitnemendheid, maar losse de bewondering en waardering van de eenige gave, hem geschonken, zich op — ik gebruik voor dien wensch hem betreffende, en in zijnen geest geuit, zijne eigene woorden — "in de kennis en aanbidding van Hem, die gekend en geëerd wil worden in Zijne werken en in de werken van Zijne werken!"

30 Junij 1861.



VOORREDE BIJ DEN TWEEDEN DRUK.



De goede verwachting, waarmede ik, nu negen jaren geleden, de eerste uitgave van Da Costa's Kompleete Dichtwerken aan het Nederlandsche volk aanbood, is tot mijne vreugde niet teleurgesteld. Niet alleen is de eerste druk geheel uitverkocht, maar het verlangen naar het bezit van de dichterlijke nalatenschap des onsterfelijken zangers blijft voortduren. Zoo is het noodig geworden eene tweede uitgave ter perse te leggen, waarvan het Eerste Deel hierbij in ' t licht verschijnt.

In dien herdruk zal men alles kunnen terugvinden, wat in de eerste uitgave gegeven werd. Maar daaraan zal bovendien nog het een en ander worden toegevoegd. Behalve eenige noodig geworden anvullingen en wijzigingen in de Aanteekeningen, zullen nog enkele onuitgegeven gedichten de vroegere verzameling vermeerderen en verrijken. En om aan dit Dichtwerk, nog meer dan voorheen, het karakter van een schriftelijke Gedenkzuil op het graf des Onvergetelijken te geven, zullen, na de verkregene toestemming der Auteurs, onderscheidene liederen van bekende Vaderlandsche zangers. Da Costa bij zijn leven of na zijnen dood toegezongen, in de Aanteekeningen ter geschikter plaatse worden opgenomen.

Als een borstbeeld des vereeuwigden aan de voorzijde van dit gedenkteeken zal eene kopij van de sprekend gelijkende beeldtenis