Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/13

Deze pagina is proefgelezen

van Da Costa naar de schilderij van J. G. Schwartze, aan het hoofd der nieuwe uitgave worden geplaatst. De vergunning daartoe is men verschuldigd aan den eenigen zoon des Dichters. Mr. A. Da Costa, die tevens, even als vroeger, mij zijne zeer gewaardeerde medewerking bij de bezorging der nieuwe uitgave welwillend heeft toegezegd, waarvoor ik hem hierbij openlijk mijnen dank betuig.

In de typografische uitvoering is ten deele, ook op raad van mijn' hooggeschatten vriend, Dr. Nikolaas Beets, die mede onder de vrienden van Da Costa steeds eene voorname plaats innam, en, door dit gevoel gedrongen, ook deze nieuwe uitgave met zulk een warm blijk van deelneming in 't openbaar heeft begroet en verwelkomd[1]; vooral op zijnen raad dan, is in den uiterlijken vorm der uitvoering van dit dichtwerk eene nog al belangrijke wijziging aangebracht. Zij zal den lezer bij de eerste inzage van zelf in 't oog vallen. Men hoopt dat daardoor mede iets zal worden toegebracht, om de poëzy des grooten Meesterzangers ― die soms meer rijk en kernachtig van inhoud en zin, dan glad en effen van vorm, en daardoor niet voor ieder lezer bij de eerste inzage altijd even licht te verstaan is, — te beter te doen vatten en genieten. Het is eene eerste proefneming ten onzent, die wellicht later ook elders navolging vinden zal.

En zoo geve ik dan hiermede deze tweede vermeerderde en verbeterde uitgave van Da Costa's kompleete dichtwerken aan het Nederlandsche volk over. Aan het volk, zegge ik met nadruk: want deze uitgave is vooral bestemd voor dat deel der natie, dat, wegens de kostelijkheid en kostbaarheid der eerste uitgave, zich haar niet aanschaffen kon. Dit mocht zoo niet blijven: Da Costa is altijd een man des volks geweest; zoo mocht ook zijn dichterlijke nalatenschap in de hand des volks op den duur niet worden gemist. Er is geen twijfel aan, of aan die bedoeling van de nieuwe uitgave zal in hare ontvangst door de natie recht worden gedaan. En lat te meer, daar de ervaring heeft geleerd, dat, terwijl de lauwer

  1. Zie de Aanteekeningen.