Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/190

Deze pagina is proefgelezen
diep uit het hart de heldenzonen
een traan op, die voor 't oog verraadt
van welk een zucht de boezem slaat!

Het marmer is een koude hulde!
Mijn vrienden! welle een enkle drop
uit uw gevoel'ge harten op,
(is slechts de geest die my vervulde
zoo liefelijk een hulde waard)
wanneer 'k zal rusten onder de aard!



 

DE HOLLANDSCHE POEZY.
VOORGELEZEN OP DE MAALTIJD, GEHOUDEN BY GELEGENHEID VAN DE
JAARLIJKSCHE ALGEMEENE VERGADERING
DER
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,
IN MDCCCXX.



Daar waar der Kunsten outer blaakt
van feestelijke offeranden,
en ’t hart de reinste zuchten slaakt
voor ’t heil der Nederlanden;
daar moogt, by ’t vonklen van den wijn,
gy, Dichtkunst, niet vergeten zijn,
op dezen grond zoo bloeiend!
Voor Hollands dichterlijke taal
klink’ dan op nieuw de feestbokaal,
van purpren druifnat gloeiend!

Bloeit, Hollands taal en poëzy!
Vlecht Deugd en Godsdienst palmen!
Doet door uw stoute harmony
den toon der Wijsheid galmen!
Gy kunt het! Geve uw Helicon,
waar nimmer ondeugd lauwren won,
het zwakke rijk de Logen
aan vreemde Zanggodessen op,
maar lokk’ ze op haar verheven top
de Waarheid uit den hoogen!