Deze pagina is proefgelezen
die over dijk en dam zicht wegen wist te vinden!
Der Vrijheidsmaagd ontviel en speer en hoed.
Gy ook, die thands de glorie der Bataven
met eigen bloed en doodsgevaar hielpt staven,
gy moest, van ’t leven naauw bewust,
de door den Gal verpeste lucht ontweken,
gestevend naar een vreemde kust,
uw kindschheid slijten ver van Vaderlandsche streken.
Van ’t nog standvastig Britsche strand
zaagt gy den moedwil triumfeeren.
d’ afgrijsselijksten dwingeland
met moorden en verraad Europa overheeren.
Dit zaagt ge, en voeldet ’t jeugdig bloed
(dat bloed van de edelsten der mannen,
aloude temmers van tirannen)
ontstoken in een nieuwe gloed,
en greept het wrekend zwaard in handen,
dat eens de ondragelijke banden
des wreevlen Gaulers stuk zou slaan.
Een heldenvolk was opgestaan
in ’t Zuiden, groot en fier geboren,
de Spanjaard en zijn nagebuur,
die in ’t verhevenst oorlogsvuur
zich-zelv’ den dood, hun land verdelging zworen,
eer Frankrijks bloed- en onrechtvaan
ooit op hun vrijen grond zou staan!
Daar vloogt gy heen, en hielpt die braven
zich tegen ’s dwingelands woeste slaven
van ’t gruwelijk gareel ontslaan!
Uw eedle Vaadren zagen ’t aan
van uit der Zaal’gen vreedzame oorden,
en zegenden hun kroost, daar Taag- en Iberboorden
zijn roem weêrgalmden wijd en zijd.
Maar Holland, zuchtende in zijn keten,
was de ouder dapperheid vergeten,
en voedde een hoop op U, schoon nog niet rijp ten strijd.
Zy zag haar kinders zich ontwringen
gewapend met onzaal’ge klingen,
ten dienst eens booswichts, tegen Vrijheid, Godsdienst, Eer!
En zelfs de naam van Holland was niet meer!
Der Vrijheidsmaagd ontviel en speer en hoed.
Gy ook, die thands de glorie der Bataven
met eigen bloed en doodsgevaar hielpt staven,
gy moest, van ’t leven naauw bewust,
de door den Gal verpeste lucht ontweken,
gestevend naar een vreemde kust,
uw kindschheid slijten ver van Vaderlandsche streken.
Van ’t nog standvastig Britsche strand
zaagt gy den moedwil triumfeeren.
d’ afgrijsselijksten dwingeland
met moorden en verraad Europa overheeren.
Dit zaagt ge, en voeldet ’t jeugdig bloed
(dat bloed van de edelsten der mannen,
aloude temmers van tirannen)
ontstoken in een nieuwe gloed,
en greept het wrekend zwaard in handen,
dat eens de ondragelijke banden
des wreevlen Gaulers stuk zou slaan.
Een heldenvolk was opgestaan
in ’t Zuiden, groot en fier geboren,
de Spanjaard en zijn nagebuur,
die in ’t verhevenst oorlogsvuur
zich-zelv’ den dood, hun land verdelging zworen,
eer Frankrijks bloed- en onrechtvaan
ooit op hun vrijen grond zou staan!
Daar vloogt gy heen, en hielpt die braven
zich tegen ’s dwingelands woeste slaven
van ’t gruwelijk gareel ontslaan!
Uw eedle Vaadren zagen ’t aan
van uit der Zaal’gen vreedzame oorden,
en zegenden hun kroost, daar Taag- en Iberboorden
zijn roem weêrgalmden wijd en zijd.
Maar Holland, zuchtende in zijn keten,
was de ouder dapperheid vergeten,
en voedde een hoop op U, schoon nog niet rijp ten strijd.
Zy zag haar kinders zich ontwringen
gewapend met onzaal’ge klingen,
ten dienst eens booswichts, tegen Vrijheid, Godsdienst, Eer!
En zelfs de naam van Holland was niet meer!