Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/199

Deze pagina is proefgelezen


’k Wil op mijn Rede, zwak een koel,
mijns levens hoop niet bouwen!
Mijn krachtig, brandend zielsgevoel!
op u wil ik vertrouwen!

Het zy gy vreugde brengt of smart,
en sterven doet of leven,
aan uwen invloed wil mijn hart
zich eindloos overgeven!

’k Wil naar uw tooverend gebod
beminnen, zingen, loven!
en ’t oovrig van mijn levenslot
verblijve aan God hier boven!

Doordring het stof, dat my omkleedt!
Dooradem en beziel het!
Of, is uw ademgloed te heet,
ontzie niet, en verniel het!

Te sterven op het veld van eer
is echte krijgsmansglorie!
De dood heeft niets verschriklijks meer
in de armen der viktorie!

Maar ook de priester van het schoon
laat zonder leed het leven,
wanneer hy in zijn laatsten toon
zijn laatste zucht mag geven!



 

HET GENIE.

  Weg met lauwertak en palmen!
  Weg met dwaze gloriegalmen!
   Waant niet dat uw ijdelheid
  moed of kunstdrift kan ontwikkelen,
  of den grootschen aanleg prikkelen,
   door Natuur in 't hart geleid!

  Zoudt gy om een handvol loveren,
  Alexander! de aard veroveren?
   Had gy ooit een laffe vreê